27 september 2009

Paringsritueel

In een eerdere blog schreef ik al over mijn weerzin tegen film-clichés. Dit is er nog zo eentje:
De twee rechercheurs, hij non-descript maar niet onknap want dat vindt bioscoop publiek niet fijn, zij jong en beeldschoon, of middels chirurgische ingrepen jong en beeldschoon suggererend, zitten samen in een auto. Ze observeren een of andere verdachte. Verdachte gaat een uitgaansgelegenheid binnen. Onze protagonisten kibbelen, en gaan dan ook samen naar binnen, al dan niet met getrokken pistolen.

Eenmaal binnen treffen zij daar een grote, rokerige ruimte, met schemerig blauw licht, waarin populaire muziek klinkt (let wel: nooit hits). Deze ruimte is soms stampvol mensen. Vooruit, daar ga ik nog in mee. Maar hoe lager het budget van de pulp waarnaar je zit te kijken, hoe minder mensen er in zo'n gelegenheid staan. Wat op zich al raar is, want het is immers die 'new popular club in town', dat zeiden ze net op het bureau. Maar wat nog veel vreemder is, en daar wou ik het over hebben: die paar mensen in die ruimte, die zijn altijd netjes verspreid over de dansvloer en bar. Volmaakte entropie, vergeef me de fysische term. In het Nederlands: ze staan altijd netjes verspreid over de gehele ruimte, op min of meer gelijkmatige afstand van elkaar. In een uitgaansgelegenheid!

En dat vind ik dus raar. Want als ik in een uitgaansgelegenheid kom, staan de mensen nooit op gelijkmatige afstand van elkaar. Ze staan altijd in groepjes. Ligt dat aan de gelegenheden die ik frequenteer? Ik betwijfel het.

Volgens mij zit het zo: wanneer mensen uitgaan, dan nemen zij deel aan een paringsritueel. Uitgaan is in essentie een paringsritueel. Een sociaal groepsgebeuren. Van de eenlingen is het makkelijk te begrijpen; zij zoeken iemand om mee te paren. Voor stelletjes ligt het minder voor de hand, maar bekijk het eens zo: door te pronken met hun mooie partner (m/v), tonen ze aan dat ze succesvol zijn. Door zich niet te schamen voor hun lelijke partner (m/v) tonen ze aan dat ze niettemin toch maar mooi succesvoller zijn dan de eenlingen, en dus een hogere sociale status hebben. Je kunt dit voorbeeld nog uitsplitsen naar sexe; mooie jonge vrouwen die 'succesvol' zijn doordat ze een al dan niet lelijke man met geld hebben, bijvoorbeeld, en vice versa. Voor groepen ligt het nog complexer, tot je bedenkt, dat een groep in feite niets anders is dan een deelcollectie binnen de populatie, waarin dezelfde drijfveren spelen - met, naar de mensen buiten die deelpopulatie, nog de extra component van 'sterker-want-met-meer'. Voor ik te abstract wordt: de kern van mijn verhaal is, dat uitgaan een sociaal ritueel is. Een (omslachtige) paringsdans. En paren, of de aanzet daartoe, gaat een beetje lastig als er afstand is tussen jou en je partner. Immers, als je zeventien bent, dan spuit je misschien nog wel twee meter, maar we zijn niet allemaal zeventien.

Dus dat mensen zich in uitgaansgelegenheden gelijkmatig over een ruimte verdelen, zoals in films gebeurt, is volslagen belachelijk.

Anderszijds, zo zul je wellicht tegenwerpen, dat soort gedrag gebeurt wél in het echt . Neem de trein. Of de bioscoop. Zet tien mensen, die elkaar niet kennen, in een ruimte met zitplaatsen voor -zeg- dertig, en ze verspreiden zich gelijkmatig over de ruimte. Klopt, zeg ik dan. Dat komt, omdat in die situaties, mensen niet in de eerste plaats sociale interactie (bijv: paren) als doel hebben. En als paren niet je doel is, dan is het verstandiger om potentiele confrontaties uit de weg te gaan. Vandaar dat ze zich dan wel verspreiden over de ruimte.

Ik ga mij maar eens gelijkmatig over ons bed verdelen. Want paren is leuk, er moet ook geslapen worden.

26 september 2009

Pranzo

Wie mijn blog weleens leest, weet dat ik van films houd, maar allergisch ben voor de volgende zaken c.q. woorden:
FBI, CIA, "one man", explosies, plastic bimbo's, achtervolgingen, geheime manuscripten en schietpartijen.

Ik erger me daarnaast tamelijk nogal aan diverse andere film-clichés. De voor haar leeftijd wel erg succesvolle en ook nog eens zeer welgevormde heldin gaat onvermijdelijk onder de douche (had ze dat niet voor de opnamen kunnen doen?). De door het leven getekende maar toch nog verrassend knappe ex-politieman woont altijd in een enorm pakhuis. Niet-aflatende afgrijselijke k#tmuziek wijst je er onophoudelijk op DAT ER IETS HEEL BELANGRIJKS GEBEURT!!!! Ik kan wel eindeloos doorgaan. Enfin.

Vandaar dat ik in de loop der jaren een voorkeur heb ontwikkeld voor filmhuis-films. Ik mijd met opzet het woord 'art-house', en niet alleen omdat het een Engels woord is, waarvan we er al teveel gebruiken. Want art-house dekt ook die films, die gemaakt zijn omdat de makers zichzelf Kunstenaar vinden, en niet zelden nogal Vol Van Zichzelf zijn. Nee, ik bedoel films, die met liefde, en uit liefde gemaakt zijn. Uit enthousiasme, de behoefte om te delen. Dus niet om Veel Geld te verdienen, of te laten zien Hoe Artistiek Ik Wel Niet Ben.

Vanavond zag ik, na veel te lange tijd, weer zo'n film. In het filmhuis. Hij heette Pranzo di ferragosto. Een Italiaanse film van regisseur Gianni di Gregorio, wie kent hem niet?

In het kort: het is een film over bejaarden. Niet direct dat je zegt 'die wil ik zien!', toch?

En toch. Deze film gaat over een man, laat hem eind veertig, begin vijftig zijn, die, zoals wel meer Italiaanse mannen, nog bij zijn inmiddels hoogbejaarde moeder woont. Zijn dagtaak bestaat eruit dat hij zijn moeder verzorgt, die weliswaar niet bedlegerig is maar wel hulpbehoevend. We zien hen in een snikheet Rome, midden augustus, op en rond de dag van de viering van de Maria Tenhemelopneming (Ferragosto is oorspronkelijk een Romeins heidens zomerfeest, dat, zoals wel meer heidense feesten, door de katholieke kerk is geadopteerd). Hun leven kabbelt voort totdat, mede vanwege financiële redenen, zij voor een dag drie bejaarde dames te logeren krijgen. Hoe dat zich verder ontwikkelt verklap ik niet, maar de hoofdpersoon slaat zich er, onder het slobberen van sloten witte wijn, kranig doorheen.

Is er een held in deze film? Nee. Gebeurt er iets opwindends? Nee. Worstelen de personages met Grote Dilemma's? Nee.

Het is wel een buitengewoon komisch verslag van hoe het leven van twee met elkaar vergroeide mensen opgeschud wordt door een simpele logeerpartij.

Gewoon een fijne film. Gaat dat zien!

21 september 2009

Limbotax

Het moet niet gekker worden. Dit linkse kabinet kijkt al sinds 1866 toe, hoe Limburgers ons land binnenstromen. Hoe zij met hun zachte 'g' Hollandse woorden bezoedelen, zoals Scheveningen, en Gristelijk, en Graaicultuur. Hoe ze met hun middeleeuwse cultuur van gemoedelijkheid ons, Hardwerkende Nederlanders, in ons hemd zetten. De Partij voor de Wijheid wil hier iets tegen doen. Allereerst stellen wij voor, dat er een belasting gaat worden geheven op het zijn van Limburger, de zogenaamde Limbotax. Ten tweede, willen wij dat er verplichte limburgeringscursussen komen, in het land van herkomst. Ten derde, moet er een avondklok komen voor Limburgers, zodat zij niet na half zes 's avonds ons eten verstoren met hun onbegrijpelijk gebral. Ten vierde willen wij, dat elke Limburger verplicht wordt om, duidelijk zichtbaar op zijn neus, een rode dop te dragen, zodat de politie weet op wie zij moeten inslaan. Het importeren van bruiden uit Limburg moet onmiddellijk worden verboden. Het carnaval, die achterlijke cultuur, moet krachtig worden bestreden. Met name aan het zogenaamde 'carnavalskraken' moet paal en perk gesteld worden, en wel nu, nu de huizenmarkt zo'n moeilijke periode doormaakt. Binnenkort komen wij met een film, Limba. Daarin zullen we schokkende beelden tonen van limbse boevennesten, zoals Maastricht, en Venlo. Waarin we mergelgrotten zullen zien, waarin Limbo's als holbewoners bijeen komen. Van barbaarse evenementen, zoals de Amstel Gold Race, waarin zij met fietsen (fietsen!) achter elkaar aanrijden, in plaats van fatsoenlijk aan te schuiven, in nette files. Waarin u ziet hoe dit gespuis, door vriendelijk en gastvrij te zijn, meer en meer rechtaarde Nederlanders corrumpeert.

Laat Nederland geen Limbabwe worden, en steun de Partij voor de Wijheid. Wij rekenen op u!

(P.S. u kunt geen lid worden van onze partij.)

Ironie

..is een moeilijk begrip in deze serieuze tijden. Micha Wertheim begrijpt dat gelukkig, en leidt ons aan de hand.

"Door Yes Minister te vertalen met Sorry, Minis­ter, wordt voorkomen dat het Nederlandse
publiek in de war zou raken van ironie." (stukje) (Noot aan VN webmaster: beetje flauw dat we niet kunnen hotlinken hoor.)

Een beetje meer ironie zou de verzuurde maatschappelijke stemming in dit land aanzienlijk kunnen opfleuren. Met de Gristenen aan de macht, ben ik bang dat daar voorlopig weinig kans op is. Ach ja.

20 september 2009

Dag

Warme septemberdagen. Ik ben er dol op. Ze voelen als een onverwacht extraatje. Misschien is het wel daarom, dat ik op dat soort dagen altijd word overvallen door nostalgische gevoelens. Een mengelmoes van goede stemmingen en herinneringen. Dat veilige gevoel weer even krijg, het gevoel dat je had als kind op gelukkige, onbezorgde dagen. Het gevoel dat de wereld op zo'n dag even stil staat, als om iedereen even te laten genieten van de nazomer. Dat het alledaags gedonder even lekker kan wachten, we gaan eerst fijn een terrasje pakken.

Zo'n dag die erom vraagt, om uitgebreid voor elkaar te koken, met een wijntje erbij. Of lekker uit eten te gaan, bij de Thai bijvoorbeeld. Om belachelijk scherpe dingen te bestellen, om daar in de winter, die immers op handen is, lekker een tweede keer plezier van te hebben.

Zo'n dag waarop iedereen in een goed humeur lijkt te zijn. (PVV-stemmers uitgezonderd, want die kennen dat concept niet, wat spijtig is).

Zo'n dag om lekker naar de kroeg te gaan, bijvoorbeeld naar die ene, waarvan je hoopt dat ze succesvol zullen zijn, ondanks dat je kanttekeningen zet bij hun strategie.

Zo'n dag, dat dat ook lekker belangrijk is NOT.

Heerlijke dagen zijn dat.

14 september 2009

Soupnazi

Wat is dat nou voor alias? Een grappige, dat dan weer wel. Anyway, deze 'soupnazi' is de Amerikaanse hacker die gegevens van miljoenen creditcards buitmaakte, en enige tijd geleden tegen de lamp is gelopen. Beetje jammer voor hem. Het is natuurlijk niet zo netjes, maar er kleeft toch een soort kwajongens-achtige romatiek aan. In mijn hoofd dan, want dit soort hackers behoren natuurlijk gewoon tot goed-georganiseerde criminele organisaties. Maar toch. Een meer romantisch beeld is gewoon leuker. Bij dat romantische beeld hoort ook, dat zo iemand de zo sluw buitgemaakte miljoenen overboekt naar een niet te traceren geheime rekening. Wat ook onzin is, net als wanneer ze in de film aan het hacken slaan. Want het is toch logisch dat je gewoon bij de CIA kunt inbellen? En dat al hun geheimen achter één password staan, dat -oh, wat slim- binnen een minuut door die slimme wizz-kid geraden wordt. En hoe pin je eigenlijk geld van een geheime rekening?

Dat hackers ook maar mensen zijn, blijkt wel uit dit nieuwsbericht. Niks geheime rekening op de Maagdeneilanden. Nee, je begraaft je geld gewoon in de tuin! Prachtig verhaal.

UPDATE: Soupnazi? Seinfeld! Ineens valt het kwartje. Grappige aflevering was dat.

Schaamhaar

Soms ben je in de kroeg. Dat heb je weleens. Zo bevond ik mijzelf onlangs nog in een niet nader te bepalen etablissement (trapje af, naast..). Het was na afloop van een evenement, ik weet niet meer welk. Mijn staat was, naar ik mij naderhand heb laten vertellen, kennelijk.

Het is, geoefende dronkaards onder u zal het niet vreemd zijn, juist dan het moment om de diepere zaken des levens aan te roeren. Zo ook ik.

Toen ik, wellicht al te opzichtig, aan mijn kroezende bos krabde, bedacht ik mij dat we in de media overspoeld worden, niet alleen met cosmetische rommel voor vrouwen, maar ook voor mannen. Er bestaan, zo wil althans de reclame het, scheerapparaten die je onder de douche kunt gebruiken en die, als waren het heggescharen, alle vormen van beharing kunnen wegnemen en zelfs vormgeven.

Van vrouwen was mij dit fenomeen niet vreemd, ik weet niet aan welke pedofiele neiging we het hebben te danken, maar de huidige tijdgeest is er een waarbij volstrekt natuurlijke beharing vooral bestreden moet worden. Daar heb ik, zolang het beperkt blijft tot een 'brazilian wax', geen moeite mee, al ontgaat me het nut, ja, zelfs de esthetiek. Er zit daar haar, zo hoort dat nu eenmaal. Maar goed, het zal wel.

Van mannen weet, nee, wist ik te weing. Als hetero, en blijkbaar helemaal niet 'metro', was ik er nooit aan toegekomen de staat van mijn beharing te bespreken. Mijn kennelijke staat besliste dat nu het moment was, en ik vroeg mijn drankgenoten, en drankgenotes, naar hun meningen op dat gebied.

Het antwoord van de drankgenotes verbaasde mij niet; zij lieten zich meeslepen door de huidige trends en onthaarden zich daar geheel, of toch tot op een niveau dat door de tijgdgeest blijkbaar vereist wordt. Waarmee, maar dat terzijde, bewezen wordt dat je ook als (bijna-)40-plusser niet ongevoelig bent voor trends.

Maar dan het antwoord van de mannen! Ik, die altijd had gedacht van dat die cosmetische kolder niet aan mannen besteed was, viel van de ene verbazing in de andere. Ik was de enige man in het hele pand die niet regelmatig aandacht schonk aan zijn schaamhaar!

Driewerf WTF!

Ik voel me nu ouderwets en lichtelijk schuldig, maar ik peins er niet over om mijn schaamhaar bij te knippen of in welk kinky vormpje dan ook te modelleren. Klaarblijkelijk is dat nu de norm, althans, zo deed mij mijn mini-enquete onder een man of vijf geloven, maar daar ga ik dus echt niet in mee. Het is al rompslomp genoeg om me regulier te scheren; eens in de week is al een opgave. Aan mijn jodocus geen Gilette Turbo Deluxe, met 666 mesjes, het moet niet gekker worden. Kom nou.

Eten

Eén van mijn heimelijke wensen is om in mijn levensonderhoud te voorzien met schrijven. Het liefst het schrijven van restaurant-recensies. Ik weet niet eens of dat wel een full-time baan is. Maar een mens moet dromen, nietwaar? Wanneer ik een krant onder ogen krijg, wat in het geval van de Volkskrant een alledaagse gebeurtenis is, lees ik bijna altijd wel de culinaire rubriek, in mijn geval in het bijzonder die op zaterdag, wanneer er een restaurant wordt besproken.

Er zijn zelfs mensen, niet eens sterrenkoks, maar gewoon gedreven liefhebbers, die van het schrijven over eten, al dan niet zelf bereid, hun beroep hebben weten te maken. Machtig gaaf.

Enkele maanden geleden stond er in de Volkskrant een interview met twee van zulke mensen, waaronder de vrouw die KokenMetKarin runt. Dat sprak mij aan, omdat ik deze Karin via-via ken, en haar in een grijs, qua internet, verleden weleens technische tips aangaande internet-verwante onderwerpen aan de hand heb gedaan. Een complete nitwit dus, die, internet-gewijs dan, toch zo'n succesvolle blog heeft, zo succesvol dat ze ervan kan bestaan. Dat is wel mooi. Het toont ook fraai aan hoe internet en het gebruik ervan in de loop der jaren is geëvolueerd, van een speelveld voor nerds als ik, tot het massa-communicatie instrument dat het nu is.

Het toont ook iets anders aan: dat slim gebruik van internet begint met het kennen, 'IRL' (in-real-life), van de juiste mensen. Die je op weg helpen met techniek, maar ook: die je schrijfsels oppikken. Die de link verspreiden. Natuurlijk, er zijn talloze manieren om reclame te maken voor je schrijfsels, om hoger in de Google 'page-ranking' te eindigen, enzovoorts. Maar mijn hypothese, en verbeter me als ik het fout heb, is toch dat alles begint met de juiste paar 'zaden': Die mensen die je promoten. Dat hoop ik tenminste; het kan ook best zijn dat ik, omdat ik uit het pré-internet tijdperk stam, een te hoge waarde toe ken aan de menselijke factor.

Het moge duidelijk zijn dat dit stukje ook een beetje uit nijd, zij het een schuldbewust nijd, is geboren. Ik blog me bij tijd en wijlen suf, maar er is niemand die 'mij' leest. Deels komt dat door eigen schuld: ik doe niets aan promotie, en -eerlijk is eerlijk- ik schrijf ook zelden iets dat voor anderen interessant is. Ik heb geen 'thema'. Bovendien houd ik mijn identiteit en locatie bewust vaag. Bekendheid was ook nooit het doel; ik vind het vooral leuk om af en toe iets voor me uit te schrijven, zoals nu. Op het moment dat je bekendheid krijgt, krijg je te maken met verwachtingen. Dat is een niet te onderschatten fenomeen; er is zelfs al een soort van semi-formeel woord voor: blog-stress. Wat zoiets is als de ziekelijke behoefte om altijd de eerste te zijn om iets naar buiten te brengen. Diverse bekende bloggers hebben zich al onder die druk het leven benomen. Geen grapje.

Een 'echte' blogger lardeert dit stukje natuurlijk met relevante links, om te staven wat hij zojuist beweerde. Maar daar krijg je maar 'blog-stress' van, dus dat doe ik lekker niet. Ik kies lekker de gemakkelijkste weg. Zei er iemand: 'maar dan moet je ook niet zeuren?' Dan geef ik deze persoon meteen gelijk.

Om terug te keren naar het culinaire onderwerp: wat aten wij vandaag? Nu wel, vandaag hadden wij hoog bezoek, namelijk van mijn moeder. Die zet je geen geen pasta-prut voor, hoe lekker je die ook kunt maken.

Vandaag aten we dus iets anders, iets wat niet te hoogdravend was, maar wel smakelijk:

-Gemarineerde vis uit de oven
-Opgeleukte diepvriespinazie
-Ovengebakken friet van cassave (tx@schoonmoeder)
-Rauwe witlofsalade

Ik zit nu toch te typen, dus meteen maar het volledige recept. Hoeveelheden zijn op de gok, ik gebruik noch bezit hulpmiddelen dienaangaande.

Voor 3-4 personen. Voorbereidingstijd: 10 minuten. Bereidingstijd: 20 minuten.

Verwarm de oven tot 225C

Rooster wat pijnboompitten.

marinade voor de vis:
2 eetlepels Thaise vissaus van de Oosterse toko (of de supermarkt)
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel olijfolie
1 theelepel sambal, ik vind zelf extra hete Badjak lekker
1 teen geperste knoflook

Vis:
elke witvis is prima, ik gebruikte pangasius, 3 filets. Wel ff ontdooien.

Snipper een halve ui en gooi in een ovenschaal. Doe helft van marinade eroverheen. Drapeer de vis erover, en smeer de rest van de marinade over de vis uit. Dek schaal af met alufolie.

Friet:
Cassavefrites verwerk je net als ovenfites, ideaal. Geen idee waar je ze koopt, ze waren een gift. Ik neem aan de Surinaamse toko. Gooi ze op een ovenplaat en klaar. Frituren kan ook.

Zet de visschotel en cassavefrites in de oven, allebei 20 minuten. De cassavefrites 1x omdraaien na ong. 10 minuten.

Spinazie:
Verwijder het karton. Doe de bevroren (blad)spinazie à 400 gram in een pan op halfhoog vuur. Tegen de tijd dat hij ongeveer ontdooid is (en waarin je tafel kunt dekken en witlof kunt snijden) voeg je toe: een klein blikje tomatenpuree (zonder blik), 1 bouillonblokje, wat geroosterde pijnboompitten, een handvol rozijnen, een theelepel honing, paar takjes gesneden verse koriander, peper en zout naar smaak, een spriets citroen- of limoensap uit handig plastic flesje. Verse mag ook, ik zou zeggen een halve citroen/limoen. Er was nog een halve ui over, dus doe eens gek en snipper die er doorheen, kan jou het schelen? Laat kort op laag vuur doorgaren zodat de smaken mengen. (Verse spinazie is natuurlijk lekkerder, maar tegenwoordig is dat onverkrijgbaar/onbetaalbaar.)

Witlofsalade:
Snijd 1 grote stronk (of 2 kleintjes) witlof fijn, gooi de andere helft van de geroosterde pijnboompitten erbij (walnoten zijn ook lekker), snij een halve appel in kleine stukjes, meng door elkaar en breng op smaak met wat limoensap en/of wijnazijn, evt. wat peper.

Tegen de tijd dat je klaar bent met de spinazie en salade zijn ook de vis en de frites klaar. Serveer met liefde en ega, die omdat ze niet kookte, wel de afwas doet.

Easy does it.

13 september 2009

Bowlingen

Beter gezegd: bowlen. De favoriete tijdsbesteding van Al Bundy. Op zijn manier een held. Vroeger deed ik weleens aan bowlen. Met mensen van de sportvereniging, of van werk. Die noemden deze edele sport altijd 'bowlingen'. Wat, als je bedenkt dat geen van mijn collega's het engels machtig was, dan wel weer een logisch woord is. Ik noem het sindsdien ook bowlingen.

Ik had het in geen jaren gedaan, totdat ik vorig jaar op een bowlingbaan belandde. Want mij jongste zwager is dol op bowlen. Zijn hoofd lijkt ook wel een beetje op een bowlingbal (<- deze uitspraak is om te testen om iemand mijn blog ooit leest, ik vermoed namelijk van niet). Het is een verleidelijk simpel spelletje. Je keilt een loodzware bal met drie gaten erin naar een stel opgezette pinguins, in de hoop dat er zoveel mogelijk doodvallen. Ik denk dat fanatieke dierenbeschermers niet van bowlen houden. Die vinden het vast zielig, dit soort surrogaat-zeehondjes-meppen. Hoe dan ook, nadat je ondanks je poging de bal in pinguin-technisch dodelijke richting te gooien, deze toch weer jammerlijk in de goot ziet belanden, heb je altijd enorm de behoefte om je handen te wassen, misschien nog wel meer dan je voeten op dat moment. Ik wel, tenminste.

Hoa dan ook, ik bowling dus, zo kun je uit bovenstaande wel opmaken, best milieu-vriendelijk. Aan mijn lijf kleeft nauwelijks pinguin-bloed.

Bowlingbanen zijn intrigerende plekken. Was het de vorige keer al zo, dat ik het idee had dat ik twintig jaar terug in de tijd ging, bij ons meeste recente bezoek aan een bowlingbaan leken het er wel dertig. Dat zit zo: die van twintig jaar geleden is failliet. Dat verbaasde me niet, want we waren er een jaar geleden al de enige betalende bezoekers. Mijn bowlingbal-gelijkende zwager hield ook ook dit jaar dit jaar nog van bowlingen, dus ter ere van zijn dertiende verjaardag togen wij ook dit jaar naar een bowlingbaan. Een hele obscure, diep verscholen in de bossen van Rijswijk. Waar je prachtige huizen hebt, dat dient gezegd, maar wel terzijde. Het enige dat nog meer uitgestorven was aan deze plek, was deze plek van binnen. Decorbouwers hadden de sfeer van -pak 'em beet- 1983 niet beter kunnen treffen. Het enige wat deed denken aan dit millenium waren de prijzen van de consumpties. De enige overige bezoekers die ik heb zien binnenkomen waren van het type matje, met bijpassende Anita; ze kwamen nog net niet op een Zundapp.

Er volgt geen puntig slot aan deze blog, want dat kan ik niet verzinnen. Laat ik volstaan met de mededeling dat ik niettemin een fijne nostalgische middag had, en goddank net geen laatste ben geworden. En dat het een apart gevoel was om vanuit een herinnering weer naar het heden te fietsen.

Boris

Laatst was ik op Westerpop. Het laatste festival van het jaar, in de open lucht dan. Ik ben vrij fanatiek in het af lopen van de gratis festivals waarmee wij hier in de omgeving erg verwend worden. Westerpop hoort daar echter niet bij. Op de een of andere manier associeer ik Westerpop met regen. En een soort mosterd-na-de-maaltijd-gevoel. Ik weet niet precies waarom, misschien doe ik het festival daarmee wel onrecht aan. Hoe dan ook, dit jaar was ik er wel. En met reden: het programma was erg veelbelovend, en het weer boven verwachting uitstekend.

Een van de optredens waar ik in het bijzonder naar uit zag, was Boris.

Ik vond dat al een wonderlijke keus voor een festival. Immers, de Japanse drone-band Boris is niet een band die je op een festival verwacht. Ik ken diverse mensen die zich actief met de programmering van festivals bezighouden, en ook als passief festival-consument heb ik inmiddels wel een beetje een gevoel voor wat wel en wat niet kan op een festival. Een band als Boris is dan best een vreemde eend in de bijt. Het genre dat zij beoefenen, drone, leent zich niet zo voor zonnige buitenpodia. Drone, denk Earth, denk Sunn 0))), denk Khanate, dat verwacht je in obscure achteraf-zaaltjes, met een man of hooguit honderd.

Dat maakte me extra benieuwd. Dat wil zeggen, totdat mijn lieftallige ega mij erop attent maakte, dat Boris tevens de artiestennaam is van een of andere Hollandse nicht die met Idols heeft meegedaan. Eh, Idols?? Driewerf mag ik even over mijn nek? Die Boris, dus. Of het een nicht is weet ik eigenlijk niet eens, om eerlijk te zijn ken ik hem niet. Dat was wel een beetje een domper.

Gelukkig was deze bij voorbaat afgrijselijke, want Idols, en ik ben niet bevooroordeeld, Boris geprogrammeerd samen met nog wat van die opvulmeuk, wat mij de kans gaf om met Pien even lekker wat te gaan eten in het pittoreske Delft, een prachtige stad tenslotte. En hebben we het, vooral met Th' Legendary Shack Shakers, toch nog enorm naar ons zin gehad.

11 september 2009

Bewezen

Eén van de grootste ergernissen om ons heen vind ik wel reclame. Op TV, op de radio, in het straatbeeld, van overal schreeuwen bedrijven je toe. Soms, heel soms, zijn ze grappig. Vaak, heel vaak, zijn ze opdringerig, smakeloos, te bloot, en vooral: misleidend. Nu met Pro-actief Nonsensis Ridicularis-complex®, voor een nog betere stoelgang. Of hydratatie. Of allebei. Dan heb je diarree. In de kleine lettertjes staat er ook nog, je moet dan wel heel snel kijken, een of ander onderzoeksresultaat, door een 'onafhankelijk onderzoeksbureau'.

Het is dan 'wetenschappelijk bewezen'. Want dat moet, van de Reclame Code Commissie. Ja, dank je de koekoek. Dat gaat, zo stel ik me voor, ongeveer zo: op een ochtend komen in een omhooggevallen lunchroom zo'n stel marketing-pakken van de adverteerder en de accountmanager Funding van het onderzoeksbureau bij elkaar. Het onderzoeksbureau is een commerciele instelling, dus dat 'onafhankelijk' is al geregeld, ze zeggen er alleen niet bij dat ze er alleen mee bedoelen dat ze niet door de overheid worden gesubsidieerd. Marketing-glibber zegt tegen funding-pipo: "we hebben onze gezichtscreme Product X in een nieuw doosje gestopt en een gloednieuwe revolutionaire naam verzonnen voor een ingredient dat er altijd al in zat. Wil jij voor ons onderzoeken of het nu beter werkt? En, oh ja, als het resultaat niet is wat wij voor ogen hebben, krijg je niet betaald." Aangezien de funding manager van het onderzoeksbureau wordt afgerekend op hoeveel geld hij binnenhengelt, neemt hij de opdracht natuurlijk graag aan.

Vervolgens gaat het onderzoeksbureau aan de slag. Mijn hypothese is, dat ze op hun computer sjabloon B openen, op alle puntjes Product X invullen, en dat in drievoud op de post plempen. Maar misschien is dat al te cynisch. Laten we ervan uitgaan dat dat onderzoek ook daadwerkelijk plaatsvindt. Ze trommelen dan wat werkloze huisvrouwen op, en beloven hen een jaar lang gratis Product X als ze meewerken aan het onderzoek. Deze testpersonen krijgen dan twee dozen opgestuurd. Eén doos bevat voor een maand potten van Product X, in de oorspronkelijke glimmende verpakking. De andere doos bevat voor een maand merkloze potten met Product X. Ze krijgen daarnaast een vragenlijst. Die vragenlijsten kunnen uitlekken, dus daar zal zo'n onderzoeksbureau niet al te opzichtig mee sjoemelen, er zullen daadwerkelijk wel de opties 'beter', 'minder beter' en 'geen verschil' op staan.

Laten we ook aannemen dat de testperiode een maand is. Ik denk niet dat zo'n onderzoeksbureau controleert of de testpersonen het product ook daadwerkelijk testen. Misschien plegen ze een paar een telefoontjes; om niet te hoeven liegen als ze in hun rapport beweren dat 'de proefpersonen werden nauwlettend gecontroleerd'.

Vervolgens denk ik, dat helft van de testpersonen overal blind 'beter!' invult, het formulier terugstuurt, en de doos met de merkloze potten wegflikkert (zonde). En dat een kwart van de testpersonen de twee dozen voor een maand al prachtig vindt, en de vragenlijst blanco bij het oud papier mietert. Blijft over de kwart van de testpersonen die serieus meedoen. Wat, oh wat, zullen die wel niet vinden?

Je hoeft geen psychologie te hebben gestudeerd om te weten dat wijn uit een plastic bekertje minder lekker smaakt dan uit een glas, en gebak van een porseleinen schotel lekkerder is dan van een papieren bordje. Dus zelfs als de testpersonen Product X niet al uit hebberigheid, en al dan niet ongezien, beter vinden, dan worden ze alsnog wel door de bling-bling verpakking over de streep getrokken.

En tenslotte, er zijn er altijd wel een paar die vegetarisch of ongesteld zijn, of misschien PVV stemmen; die zijn overal tegen. Dat is voor zo'n onderzoeksbureau dan juist weer fijn, want het staat ook een beetje raar als honderd procent van de testpersonen Product X beter vonden.

Dus na een maand, als van de hondervijftig lijsten er vijfenzeventig teruggekomen zijn, kan zo'n onderzoeksbureau rapporteren dat maar liefst '68 van de 75' mensen Product X helemaal toppiejoppie vinden. Hop, zij hun geld, en de adverteerder zijn 'wetenschappelijke' onderbouwing. Kunnen ze weer fijn verder met ons legaal oplichten...

9 september 2009

Lusten

Meestal ben ik degene die kookt. Deels is dat ingegeven door praktische overwegingen; ik heb er meer tijd voor. Dat Pien een hekel aan koken heeft speelt ook een rol.

Ik vind het ook niet erg, ik vind koken leuk. Ik ben er niet goed in of zo, maar oefening baart kunst, en zo lang het niet te moeilijk is, kan ik best een eenvoudige doch voedzame maaltijd bereiden. Het heeft ook wel wat, koken. Het heeft iets primitiefs, iets oers. Je scharrelt ingrediënten bij elkaar, en verhit of vermengt ze, en het geheel wordt meer dan de som der delen. Idealiter, tenminste. Ik schep daar een zeker plezier in.

Het is ook reuze filosofisch. Nu ja, heel soms. Vandaag kwam als een epifanie de volgende wijsheid tot me: 'Wie zelf kookt eet wat hij lust'. Diep, of niet dan? En ik stond niet eens te koken, vandaag haalden we bij de toko.

Het is wel een aardige uitspraak. Wanneer je de letterlijke interpretatie voorbij bent, kun je hem ook als waarschuwing lezen. Namelijk om je open te stellen voor dingen. Immers, wie zelf kookt, eet wat hij lust, maar het kan ook goed zijn om je open te stellen voor hoe andere mensen dingen klaarmaken. Ik kwam tot dit diepe inzicht toen ik vandaag de krant zat te lezen, ergens op een terrasje, genietend van deze fijne nazomerdag. Ik las een bericht over de kamervragen die de PVV had gesteld over allochtonen. Op Retecool werden die vragen scherpzinnig samengevat: 'Wat kost nou zo'n neger?'

Dat mag niet zo'n subtiele vraag zijn, tamelijk incorrect zelfs, maar hij toont haarscherp de onbeschofte lompheid ervan aan. Ik was dan ook verheugd, en aangenaam, verrast, toen minister Van der Laan in zijn antwoord aan de Kamer principieel weigerde op deze racistische vragen in te gaan. Eindelijk eens niet de krampachtige halfzachte reactie de gebruikelijk is op het fascistische gedachtegoed van die walgelijke Wilders, maar een beschaafde terechtwijzing. Heel goed.

Want de PVV kookt alleen wat zij lust; een benepen prutje van misselijkmakende xenofobe rechtsdraaiende zure troep. Om de metafoor door te zetten: als het aan hun lag werden exotische lekkernijen(!?) als aardappelen, rijst en peper ongetwijfeld onverwijld terug naar Marokko gestuurd.

Ik denk dat ik morgen iets met couscous maak. Lekker makkelijk, ook.

8 september 2009

Trivia

Toen ik nog jong.. Nee, ik ga anders beginnen. Toen ik minder oud was dan ik nu ben, speelde ik met enige regelmaat een quiz op IRC. Zeg maar een soort triviant. Nu moet je weten dat ik aan het bordspel triviant een ontzettende hekel heb. Terwijl jij je hersens pijnigt op zoek naar een antwoord is er altijd wel een of andere bijdehand die besmuikt loopt te grinniken 'ik weet deze, ik weet deze'. Aan de ene kant interesseert het me geen ruk welke eenarmige lösshapper in 1378 Limburgs kampioen klootschieten werd, aan de andere kant, je wilt toch winnen, hè? Dat dan zo'n verveel, die het spel voor de duizendste keer speelt en alle vragen uit zijn hoofd weet dan zo gaat lopen glimmen, dat stoort me mateloos. Het ergste ervan vind ik misschien nog wel, dat als jij het een keertje weet en de tegenstander niet, je zelf precies hetzelfde doet. Ik wel, tenminste. Heel confronterend.

Toch komt het soms van pas. Onlangs was ik met mijn wederhelft op een feest van haar werk, alwaar ik het door mij zeer gevreesde 'partnerprogramma' volgde. Had ze me voor opgegeven, de schat. En ja hoor, dat bestond uit creatief doen, met spandoeken. Maar dat was pas het tweede deel van het programma. Om een beetje het ijs te breken speelden we eerst een quiz. Gekoppeld aan een partner, want elkaar leren kennen doe je tenslotte niet alleen, kreeg ik een Wii-achtig ding in mijn hand, en klikken maar. Mijn partner was verder een aardige vent, alleen eentje die ook geen sport keek, dus stonden we na de eerste tien vragen stijf laatste. Gelukkig waren de rest van de vragen meer onzinnig. Zo weet natuurlijk een kind dat een dag uit 1440 minuten bestaat, dat niveau. We wonnen dus glansrijk, niet in het minst omdat we, eerlijk is eerlijk, ook wel buitensporig vaak goed gokten. Dus ik ben weer een spuuglelijk polo-shirt rijker.

Vanavond had ik weer zo'n moment dat mijn IRC verleden mij -ahem- deed stralen als bron van overvloedige -kuch- wijsheid. Terwijl we onderuit gezakt TV zaten te kijken, kwam er een programma langs waarin iemand bij wijze van comedy (lachband!) vertelde dat een familielid de uitvinder was van 'die plastic dingetjes aan het uiteinde van een veter.' Waarop ik zei: een aglet. En mijn wederhelft mij aankeek met en blik van 'waar haal je dat nou weer vandaan?'

Nou, hard studeren dus en veel encyclopedieën lezen. NOT. Voor wie denkt dat ik uit mijn nek klets, het is wel echt waar.

7 september 2009

DSO

Pien wilde graag naar Nox Obscura, een steam punk avant-garde theatraal Vana events. Nou heb ik daar zelf op zich niet zo heel veel mee, maar ik had zoiets nog niet eerder meegemaakt, en een dagje uit met je geliefde is altijd gezellig, dus ik ging graag mee. Maanden geleden al kaarten gekocht, de grote dag kwam nader en nader, Pien trappelde harder en harder. Toen ik op een gegeven moment hoorde dat de Diablo Swing Orchestra zou optreden, keek ik er zelf ook reikhalzend naar uit. Dat vind ik namelijk een erg gave band, vooral kopen die plaat! (Er is er maar één, Butcher's Ballroom, in oktober dit jaar komt een nieuwe uit.) Vandaag hoorde ik echter dat het festival geannuleerd was wegens gebrek aan belangstelling. Wel potver!

Ik ben nog op zoek gegaan naar de andere tourdata van DSO. En zag dat ze zowaar nog een optreden in Nederland hadden. In Reusel. Waar? In Reusel. Wikipedia leert dat dat een gehucht in Noord-Brabant is, waarvan ik zomaar vermoed dat je na een lange treinreis eerst nog met de huifkar moet. Dat is dan wel weer jammer.

Je moet niet in wrok omzien, maar ik neem het mezelf nu wel kwalijk dat ik niet twee jaar geleden naar de Baroeg geweest ben om hen te zien. Het was destijds een brakke zondagmiddag, en we hadden allebei zoiets van 'blèh, ver weg.' Nu spijt!

Besnuffeld


Supercool bericht, zo uit een avonturenfilm. 'Filmploeg vindt enorme rattensoort.' Daar is Rattus norvegicus kinderspel bij. Over de naam moet nog worden beslist, iets als Rattus giganticus ligt voor de hand.