30 juli 2009

Zwaktebod

Ik begrijp columnisten wel. Elke dag een stukje uitpoepen valt niet mee. Af en toe schrijf ik een beetje voor me uit, als ik daar zin in heb. Ik moet er niet aan denken dat ik dat elke dag zou moeten doen, en dan ook nog een vast aantal woorden. Eén van de redenen waarom ik erg bewondering heb voor bijvoorbeeld iemand als Martin Bril. Of Michaël Zeeman, die geen columnist was, maar die nooit om woorden verlegen zat. God hebbe hun ziel zoals dat heet, hoe dan ook, ze zijn dood en dat is jammer. Eén van de redenen ook waarom ik niet snel de columns in een krant als Metro of Spits zal lezen; want hoewel ik bewondering heb voor het kale feit dat die columnisten het presteren om er dagelijks een stukje uit te persen, vind ik dat vaak toch columns van een kwaliteit die me, zacht gezegd, niet zo aanspreekt. Nu ja, je hoeft ze ook niet te lezen, natuurlijk, dus ik klaag verder niet.

Mijn eigen ervaring is, dat inspiratie in vlagen komt. Soms heb je stof voor een kort stukje, soms heb je ineens stof voor meerdere stukjes. Dat is prettig, Het komt dan aan om te doseren, en om de zaken te scheiden. Om je in het ene stukje te houden aan het ene onderwerp, in het andere het andere - om ze, om het kort te zggen, elkaar niet teveel te laten besmetten. Ik vermoed, dat columnisten die ook hun inspiratie bij vlagen kregen, dat ook zo werkt: dat zij stukken oppotten, een voorraadje opbouwen, stukjes die niet meteen over de actualiteit handelen bewaren voor dagen waarop de inspiratie wegblijft. Martin Bril was bij uitstek een columnist die ik ervan verdenk zijn stukjes bij vlagen te schrijven. Niets mis mee, verder.

Daarnaast is het natuurlijk zo, vind ik dan, dat schrijven doet schrijven. Wanneer je zo bezig bent je gedachten te ordenen, open je je geest voor meer gedachten. Inspiratie is een bron van inspiratie, zo bezien. En lezen doet schrijven. Bij mij dan. Of dat nu fictie of actualiteit is, alleen al bezig te zijn met geschreven taal roept een aandrang op om je ook uit te drukken in geschreven taal. Zien schrijven doet schrijven, zogezegd.

Waarmee ik kom op een van de kritiekpunten die ik heb op 'slechte' columnisten: wanneer de column gaat over het schrijfproces zelf, is dat een zwaktebod. Het betekent dat je niets kon verzinnen om over te schrijven. Deze blog is dus een zwaktebod. Maar ja, een blog is een blog, en af en toe moet je er wat op zetten. Toch die druk, hè?

20 juli 2009

Potter

Omdat we graag naar Harry Potter - The Half-Blood Prince willen, in de bioscoop wel te verstaan, moesten we te huize Shirien en Arno wat voorwerk verrichten. Want voordat we die film, waarin blijkt dat Sever- -oeps-, kunnen gaan zien moeten we natuurlijk wel de voorgaande delen gezien hebben. En ik had er nog geen een gezien. Mijn lieftallige ega, die de boeken niet heeft gelezen, beweert dat ze de verhaallijn nog altijd kan volgen. Dat vind ik best knap, want om nou te zeggen dat de films uitblinken in helderheid, nee. Ze zijn vermakelijk, en volgen de grote lijnen van de boeken, maar ik vind zelf dat het enorm helpt om ook de boeken gelezen te hebben. En in de boeken was het soms al moeilijk om alle verhaallijnen te volgen.

Hoe dan ook, plotsklaps bleken we de eerste vijf delen op DVD te hebben (leest stichting Brein mee?), dus het was een ware Harry Potter marathon alhier, je kunt je weekenden op onprettiger manieren doorbrengen. Waar Harry in de boeken, althans naar mijn mening, eigenlijk een steeds vervelender, egoistisch (en daarmee menselijk) kereltje wordt, blijft hij in de film redelijk de held. Dat is eigenlijk mijn enige kritiek tot dusver op de films; die ik verder iedereen aanraad hoor. De voorlaatste, Order of the Phoenix, vond ik de minste van de films tot dusver. Hij was ook het kortst, meen ik, en het boek is enorm ingewikkeld - noodgedwingen wordt een hoop weggelaten. En toch, misschien hadden de makers zich wat meer vrijheid moeten gunnen en juist nog meer moeten weglaten, nu was de film naar mijn idee 'te vol', en schoot hij een beetje zijn doel voorbij. Het politiek gekonkel, wat dit deel in het boek interessant maakt, kwam in de film een beetje uit het niets vallen, en de significantie van de connectie tussen you-know-who en Harry had best wat meer uitgewerkt mogen worden. Het was er wel, maar allemaal zo snel dat als je met je ogen knipperde, je zaken die in het verdere verhaal belangrijk zijn zomaar kon missen. Hoe dan ook, we zijn nu in elk geval klaar voor deel 6, 'bring it on'.

Voor wie de boeken niet gelezen heeft, het is fantastisch leesvoer voor naast het zwembad, met een roseetje erbij, terwijl je je kinderen de ene na de andere inspirerende betovering toewenst. Makkelijk, vermakelijk, meeslepend. Echt, heus. En het mooie is, voor die kinderen zelf zijn de boeken ook nog leuk. Wat je noemt een goede investering.

17 juli 2009

Zomer

Wat valt er nog over deze week te vertellen? Van mijn kant weinig. Het is volop kredietcrisis, lees: bijna geen werk. Gelukkig kreeg een van mijn vaste klanten het in zijn hoofd om een van hun applicaties, die voor hen bedrijfskritisch zijn, uit te breiden. Eén simpel extra veldje voor hun, enkele dagen werk voor mij. Behoorlijk saai ook, maar wel iets dat met grote omzichtigheid dient te gebeuren. En omdat het een bedrijfskritische applicatie is, dient er ook zorgvuldig aandacht aan besteed te worden, wat zich vertaald in tijd, en tijd is geld. Ook mijn geld, uiteindelijk, dat is tenminste de bedoeling.

Zo, saai of niet dan? En de Tour de France is ook al saai. Oortjes of geen oortjes, u weet wel, of de renners tijdens de wedstrijd via de radio contact mogen hebben met hun ploegleiders. Voor wat het waard is, ik ben tegen oortjes. Vroeger keek ik altijd naar de Tour. Was er eens een saaie etappe, dan hield men, vooral op de Belg, eindeloze verhalen over de wetenswaardigheden van de streek. Zo was je toch een beetje op vakantie. Heerlijk. Jean Nelissen deed hetzelfde op de nederlandse TV, maar die is alweer een paar jaar vervangen door een paar vervelende commentatoren, Jean hield nogal van zijn jenever en zo.

Als nou de wedstrijd zelf spannend was, zou je zeggen: boeien! Maar de wedstrijd is doodsaai. Mede dankzij die oortjes. Stel je voor je kunt zo hard fietsen, dat je er je beroep van kunt maken. Dan wordt je werknemer van een wielerploeg, als je geluk hebt. En dan mag je, als je echt goed bent, mee naar de Tour. En in die Tour moet je dan precies doen, wat de ploegleider vanuit de volgwagen je vertelt. Een ploegleider die alles weet, welke hellingen komen er, welke gevaarlijke bochten, hoe groot is de voorsprong van de kopgroep. Het is net de Truman-show. Er gebeurt niets meer dat niet geregisseerd is. 'Ja, maar zonder oortjes is het zo gevaarlijk', verweren de voorstanders zich. Wat een gelul. De laatste keer dat iemand niet meer opstond na een valpartij was als ik mij goed herinner in 1998, Fabio Casartelli was zijn naam meen ik. Die in een afdaling met zijn hoofd tegen een betonnen paaltje sloeg; geen oortje dat daaraan geholpen zou hebben. Ik zeg: uit die oortjes, laat de renners weer lekker zelf de koers bepalen. Laat de rijders enorme voorsprongen nemen, laat het peloton lekker zwemmen in het ongewisse, laat die vermetele enkeling het weer bestaan om aan de kant een biertje te nemen. Laat, om kort te gaan, mij als kijker weer wegzwijmelen bij de romantiek die de Tour was.

De zomer is gelukkig de zomer dit jaar, een paar regenachtige dagen daargelaten. Afgelopen zondag was zo'n zomerdag die dreigde te verregenen. Maar zie: om precies 13:00 werd het droog. Festival die-hards als Pien en ik zijn, togen wij dus goedgemutst naar Werfpop, elk jaar weer een hoogtepunt. Hoe ze het doen doen ze het, maar ook dit jaar waren er weer heel aardige acts. Wat heet! Prettig rond etenstijd stond The Antwerp Gypsy Ska Orchestra op het podium; voor wie hen niet kent: Belgen die met hun mengelmoes van Ska en Klezmer iedereen een swingend zomergevoel geven. Aanrader.

Wij hadden al eerder dit jaar het genoegen deze band te zien, en bovendien hadden wij de kans om tijdens dit optreden even lekker backstage te gaan, dus van dit optreden kregen we alleen het staartje mee. Maar wat voor staartje: toen het eenmaal tijd was voor de onvermijdelijke cover tegen het eind van het optreden, speelden ze, ter ere van de band erna, het nummer 'From Enslavement to Obliteration'. Dat is oorspronkelijk dus geen ska-nummer, zeg maar. De zanger deed zelfs zijn best op de vocalen; de muziek hielden ze gewoon bij ska - je noemt jezelf niet voor niets Ska Orchaestra, uiteindelijk. Driewerf hulde!

De band erna was namelijk niemand minder dan Napalm Death! Die van 'From Enslavement to Obliteration'. Die dekselse Belgen eerden dus met hun 'cover' deze grootse band. Die nooit echt groot is geworden, maar die zeker een cultstatus heeft. En dat op Werfpop! Een gratis popfestival, lees: van zwerver tot gezinnetjes, van pubers tot hippe oudere jongeren. Nietsvermoedende mensen die lekker in het gras van de zon en muziek genieten. 'Fucking' metal! Het was geweldig! Als het gras al niet door de regen van de nacht en ochtend ervoor was platgeslagen, dan werd het wel platgeblazen door de meedogenloze, snoeiharde 'grindcore' van Napalm Death - de meest compromisloze van alle metal-stromingen. Het ter zake kundige deel van het publiek stortte zich in de grootste 'pit' die ik ooit op Werfpop zag. Een ander deel van het publiek stond geinteresseerd, maar verwonderd, op het veld. Het grootste deel van het publiek zocht dekking bij de bar en op het achterveld, met paniek in hun ogen, zo van 'vrouwen en kinderen eerst!'. Het was prachtig, zelden zo gelachen. Hulde ook voor de programmeurs, het getuigt van lef, zo'n band neer te zetten. En wat zijn het toch een schatten, die gasten. Niks corpse-paint of 'duivels' uiterlijk gedoe, nee, gewoon extreem hard gaan, in een wit t-shirt en spijkerboek. En tussendoor beleefd de nummers presenteren, in dat lekker zangerige, ja, lieflijke accent uit Birmingham. Het was geweldig.

Ja, bier halen terwijl Napalm Death speelt, bij de bar waar de mensen vertwijfeld, bijna angstig, staan te kijken van 'wat overkomt me?!', voor mij het voorlopige hoogtepunt van festivalseizoen 2009.

4 juli 2009

Held

Het Zeeheldenfestival is natuurlijk al 29 jaar het leukste festival van Nederland. Het is dat het juist uitdrukkelijk de bedoeling is dat het een klein, lokaal festival is en blijft, anders zou ik van de daken schreeuwen dat iedereen het moet bezoeken. Het is dus hartstikke tof, maar niet komen hoor, tenzij je in het Zeeheldenkwartier in Den Haag woont.

Gelukkig wordt aan die regel niet al te strikt vastgehouden, anders zou ik als ex-zeeheld -sinds begin dit jaar- niet eens meer welkom zijn. Pfoe. Nu moet ik op de fiets erheen, wel 5 minuten. Dat is wel anders dan 2 minuten lopen, maar je kunt niet alles hebben - laat staan lekker thuis poepen (ook wat waard).

Uitmuntende programmering dit jaar, ook. Dat het schitterend weer was, en is, dat helpt, maar deze editie blonk en blinkt tot dusver uit in goede programmering. Alle bands die ik tot nu toe gezien heb waren leuk, of in elk geval goed gekozen voor de plaats en het tijdstip waarop ze optraden. Ik heb persoonlijk de schurft aan reggae, dus de afsluiter op de vrijdag vond ik , maar en reggaeband hoort er traditioneel bij. Wat mij betreft, maar dat is persoonlijk, de enige 'misser' in de programmering tot nu toe. Morgen wordt ook zeker weer feest, met de Schlagerparade en Ellen ten Damme. Verheug me er nu al op.

Zondagsrust is ook al geen optie, want zondag is het leukste andere gratis festival van Nederland, te weten Metropolis. Ook al jaren een vaste waarde in het superaanbod aan festivals dat we in Nederland kennen; mensen vergeten weleens hoe rijk we daarmee hier gezegend zijn.

Het idee is om op een onchristelijk tijdstip naar Asraï te gaan kijken, vanwege tot of dat je hun kent of zo - ik hoop dat het lukt.