3 september 2012

Paralympics

De Paralympische Spelen zijn in volle gang. In de media wordt er enigszins spastisch (pun intended) verslag van gedaan. Maar ik wil er niet naar kijken. Ik vind er geen reet aan. Sterker, ik voel me enigszins ongemakkelijk. Zoals ik me ongemakkelijk voel bij mensen in een rolstoel. Onlangs bood ik mijn hulp aan aan iemand, die in een rolstoel een wel heel lastig stoepje wou nemen. Kreeg ik de wind van voren. Dat kan ik zelf! Okay, prima, sorry hoor.

Ik heb alle respect voor de prestaties van deze paralympiërs. Maar hoe je het wendt of keert, de Paralympische Spelen zijn voor mensen die gehandicapt zijn. Dat zij op bewonderenswaardige wijze met hun lichamelijke beperking omgaan doet niet ter zake. De aantrekkingskracht van het kijken naar sport zit hem naar mijn mening toch vooral in vereenzelviging met de sporter. Het gevoel van 'stel je voor dat ik dat zelf was.' Bij gehandicapten gaat dat domweg niet. Het respect is er. De bewondering ontbreekt.

Waarom dan toch die aandacht voor gehandicapte sporters? En waarom niet voor de Olympische Spelen voor homo's? De Olympische Spelen voor lilliputters? De Olympische Spelen voor verstandelijk gehandicapten? En waarom mogen die niet ook aan de Paralympische spelen meedoen, eigenlijk? Zij zijn toch ook anders?

Ik denk, dat al die paralympische aandacht vooral een aflaat is. Net als geven voor het goede doel. Niets mis mee, maar je koopt er vooral een goed gevoel mee. Kijk mij eens gewoon doen over ongewone mensen.

Daarom zeg ik: u moet juist niet kijken! Daarmee verklaart u zich pas solidair! Gehandicapten zijn immers ook mensen, net als u en ik. Die Paralympische Spelen, het is een gewoon freakshow. High five! Ik zei: high five! Oh, sorry.