21 juni 2008

oh Ko Mo Do

Naarmate je ouder wordt denk je steeds vaker dat je alles al gezien hebt. Dat is natuurlijk onzin. Zelden werd ik daar harder mee geconfronteerd dan gisteren. Ik zag de film 'The curse of the Komodo'. Ik hou van slechte films. Nooit, nee nooit, had ik in mijn verwrongen brein ook maar kunnen concipieren dat er een film bestond die wel zo afgrijselijk verbijsterend slecht zou bestaan als deze. Eerder schreef ik over Poultrygeist. Die was serieus opzettelijk beroerd. Vergeleken met deze Komodo film was hij Oscar-waardig.

Niet zonder grappige momenten. Zo blijkt dat je met een handvuurwapen minstens 200x kan schieten op een brullende hagedis uit een computerspel, alleen dan groter. Dat de reden daarvoor een '38% biological increase' is. Ja, dat is heel wat. Met de nadruk op WAT?. Het moge duidelijk zijn dat wie met een 'wetenschapper' op pad gaat, en laat duidelijk zijn dat wetenschappers uitsluitend exotische plaatsen zoals tropische watervallen bezoeken, uiteraard even gaat zwemmen. Topless. Daar was beslist sprake van een grotere toename dan 38%, en beslist niet-biologisch. Daar tegenover stond de wetenschapper aan de oever, die wat aanrommelde met een plastic beker en er iets 'plus 600%, oei oei' uit concludeerde. Daarna veel geschiet, er waren ook casino-overvallers en een helicopter betrokken. Volgt u mij nog? Ik was al afgehaakt. Het schijnt dat er een film Komodo vs Cobra bestaat. Wil ik dat weten?

19 juni 2008

Niet die knop

Zat vanavond naar Alien te kijken. Een favoriete film van mij. Zelfs na al die jaren -hij is al van 1979!- kan ik er geintrigeerd naar kijken, en hij bezorgt mij nog kriebels. Dat is toch wel een kenmerk van een goede film.

Nu goed, feit blijft dat je weet wat er gaat gebeuren, dus heb je ook tijd om op andere dingen te letten. Zoals: hoe groot is die alien nu eigenlijk? In de ene scene pak 'em beet een meter of twee-en-half. In de volgende scene echt metersgroot. Intrigerend.

Maar ik wil het over meer praktische zaken in de film hebben. Op een gegeven moment besluiten ze om -verrassing!- dan maar het hele schip op te blazen. Ik weet niet of de NASA shuttle het heeft, maar alle andere door mensen gemaakte ruimteschepen hebben, zoals iedereen weet, wel zo'n systeem.

Wie de film kent, en foei als je hem niet kent!, weet dat je zo'n systeem niet zomaar kan aanzetten. Je moet knoppen indrukken, aan hendels draaien, sleutels omdraaien, etcetera. Nog een heel gedoe. Zoveel gedoe zelfs, dat het niet lukt om dit binnen de nog resterende tijd in omgekeerde volgorde nog eens te doen. De mensen die de film niet gezien hebben moeten die laatste zin maar even negeren. En de komende regels ook.

Ik spoel nu even vooruit naar de bijna-laatste scene in het ontsnappings-vaartuig. Want potverdorie, die buitenaardse engerd heeft vedikkeme ook zijn toevlucht daarin genomen. Best vervelend, al is het vanuit zijn standpunt wel te begrijpen - tegen zoveel opblazen is geen Rennie gewassen. Sigourney -pardon- Ripley heeft zich net uitgekleed, en huppelt rond in een voor 1979 wel minuscuul slipje. En ziet ineens onze ongewenste vriend op de kast zitten. K#t! Dus ze trekt -heel slim- een ruimtepak aan, en gespt zich vast in een stoel. Ze lokt onze ongenode gast uit zijn schuilplaats en PATS geeft een klap op de knop van de buitendeur. Die springt open. Daarbuiten: ruimte, vacuum. Explosieve decompressie! Hoppa, daar wordt onze zure vriend het heelal in gezogen. Heel slim.

Waar ik het hier even over wil hebben is veiligheid. Ik wil niet in de stoel van Van Vollenhoven gaan zitten, maar wat me aan deze 'ramp' opviel wil ik niet onvermeld laten. Je zou denken, dat men op zo'n ruimteschip uitgebreid aandacht besteedt aan de veiligheid van de bemanning. En de procedure om het schip op te blazen was dan ook voorwaar geen sinecure. Er moest een aantal knoppen worden ingedrukt in de juiste volgorde. Er moest aan diverse hendels getrokken worden. Waarna weer knoppen volgden. Waarna niet een, niet twee, nee liefst vier aparte sleutels moesten worden omgedraaid die weer toegang gaven tot andere knoppen. Pas toen was het 'self-destruct' commando gegeven. Je zou denken: daar is beslist over nagedacht.

Maar in dat ontsnappingsvaartuig volstond het om met één druk op de knop iedereen de ruimte in te blazen! Lekker dan! Je zal net even je kop koffie verkeerd neerzetten...

Hier is denk ik nog wel ruimte voor verbetering.

9 juni 2008

Schwalbe

Het gaat beginnen! Zie ze over de grasmat rennen, al die jongvolwassen miljonairs. De eensgezindheid straalt van onze jongens, hun namen weerklinken, Dirk, Giovanni, Khalid. Het fluitsignaal klinkt. Kijk ze eens gaan! In niets doen ze nog denken aan die vervelende rotjochies die zij ooit waren op school. Schop de bal erin, mannen! Het spel golft heen en weer, kansen zijn er aan beide kanten. Maar wacht, wat gebeurt daar? Met een ijselijke gil stort een van onze jongens ter aarde. Met een van pijn verwrongen gezicht grijpt hij naar zijn enkel. Te oordelen aan zijn geschreeuw kan het niet anders of voor amputatie moet worden gevreesd. Wat is er gebeurd? En kijk eens naar die verdediger, wat een gemene rotkop heeft die. Welke misdadige streek heeft deze loensende mafioso geleverd? Gelukkig, daar spoedt de arbiter, wiens schuld het straks zal zijn dat een der partijen verliest, zich reeds naar de plek des onheils. Uit tienduizenden dronken kelen weerklinkt de roep om zijn pimpelpaars verdict. Daar wenkt hij de broeders, die op een draf met hun brancard het veld inrennen. Maar laat ons toch zien, wat er is gebeurd! Het ging allemaal zo snel! De herhaling zal het uitwijzen. Daar zien we hoe onze held samen met die mediterrane messentrekker in volle spurt naar de bal toe snelt. Hoe die gemenerik pardoes tegen de schouder tikt van onze ongelukkige. Hoe dit, middels zenuwbanen tot nu toe aan de wetenschap onbekend, resulteert in een onverdraaglijke pijn aan het been van onze vermetele aanvaller. Wat een lelijke streek! In tergende slow-motion is van het gelaat van de getroffene af te lezen dat het misschien wel een wonder mag heten dat hij nog leeft. Einde van de herhaling. Op het veld ontwart zich langzaam de kluwen spelers, die zich allen zeer opwinden en de tegenstander nog altijd luid en verongelijkt toeroepen. Thuis vanuit onze stoel hopen we vooral, dat men in staat zal zijn de ledematen van de getroffene bijeen te rapen, opdat deze wellicht weer aangezet kunnen worden. Maar waar is het slachtoffer toch gebleven. Wacht eens, is hij het daar niet, met nummer acht? Het is een wonder! Daar loopt hij alweer! Wat een wilskracht! Wat een incasseringsvermogen! En kijk eens aan: daar loopt gever van de doodschop met een betraand gezicht het veld af. Rood. Als een treurende Van Gogh slentert hij de grasmat af. Een oor aangenaaid.