27 september 2009

Paringsritueel

In een eerdere blog schreef ik al over mijn weerzin tegen film-clichés. Dit is er nog zo eentje:
De twee rechercheurs, hij non-descript maar niet onknap want dat vindt bioscoop publiek niet fijn, zij jong en beeldschoon, of middels chirurgische ingrepen jong en beeldschoon suggererend, zitten samen in een auto. Ze observeren een of andere verdachte. Verdachte gaat een uitgaansgelegenheid binnen. Onze protagonisten kibbelen, en gaan dan ook samen naar binnen, al dan niet met getrokken pistolen.

Eenmaal binnen treffen zij daar een grote, rokerige ruimte, met schemerig blauw licht, waarin populaire muziek klinkt (let wel: nooit hits). Deze ruimte is soms stampvol mensen. Vooruit, daar ga ik nog in mee. Maar hoe lager het budget van de pulp waarnaar je zit te kijken, hoe minder mensen er in zo'n gelegenheid staan. Wat op zich al raar is, want het is immers die 'new popular club in town', dat zeiden ze net op het bureau. Maar wat nog veel vreemder is, en daar wou ik het over hebben: die paar mensen in die ruimte, die zijn altijd netjes verspreid over de dansvloer en bar. Volmaakte entropie, vergeef me de fysische term. In het Nederlands: ze staan altijd netjes verspreid over de gehele ruimte, op min of meer gelijkmatige afstand van elkaar. In een uitgaansgelegenheid!

En dat vind ik dus raar. Want als ik in een uitgaansgelegenheid kom, staan de mensen nooit op gelijkmatige afstand van elkaar. Ze staan altijd in groepjes. Ligt dat aan de gelegenheden die ik frequenteer? Ik betwijfel het.

Volgens mij zit het zo: wanneer mensen uitgaan, dan nemen zij deel aan een paringsritueel. Uitgaan is in essentie een paringsritueel. Een sociaal groepsgebeuren. Van de eenlingen is het makkelijk te begrijpen; zij zoeken iemand om mee te paren. Voor stelletjes ligt het minder voor de hand, maar bekijk het eens zo: door te pronken met hun mooie partner (m/v), tonen ze aan dat ze succesvol zijn. Door zich niet te schamen voor hun lelijke partner (m/v) tonen ze aan dat ze niettemin toch maar mooi succesvoller zijn dan de eenlingen, en dus een hogere sociale status hebben. Je kunt dit voorbeeld nog uitsplitsen naar sexe; mooie jonge vrouwen die 'succesvol' zijn doordat ze een al dan niet lelijke man met geld hebben, bijvoorbeeld, en vice versa. Voor groepen ligt het nog complexer, tot je bedenkt, dat een groep in feite niets anders is dan een deelcollectie binnen de populatie, waarin dezelfde drijfveren spelen - met, naar de mensen buiten die deelpopulatie, nog de extra component van 'sterker-want-met-meer'. Voor ik te abstract wordt: de kern van mijn verhaal is, dat uitgaan een sociaal ritueel is. Een (omslachtige) paringsdans. En paren, of de aanzet daartoe, gaat een beetje lastig als er afstand is tussen jou en je partner. Immers, als je zeventien bent, dan spuit je misschien nog wel twee meter, maar we zijn niet allemaal zeventien.

Dus dat mensen zich in uitgaansgelegenheden gelijkmatig over een ruimte verdelen, zoals in films gebeurt, is volslagen belachelijk.

Anderszijds, zo zul je wellicht tegenwerpen, dat soort gedrag gebeurt wél in het echt . Neem de trein. Of de bioscoop. Zet tien mensen, die elkaar niet kennen, in een ruimte met zitplaatsen voor -zeg- dertig, en ze verspreiden zich gelijkmatig over de ruimte. Klopt, zeg ik dan. Dat komt, omdat in die situaties, mensen niet in de eerste plaats sociale interactie (bijv: paren) als doel hebben. En als paren niet je doel is, dan is het verstandiger om potentiele confrontaties uit de weg te gaan. Vandaar dat ze zich dan wel verspreiden over de ruimte.

Ik ga mij maar eens gelijkmatig over ons bed verdelen. Want paren is leuk, er moet ook geslapen worden.

Geen opmerkingen: