13 september 2009

Bowlingen

Beter gezegd: bowlen. De favoriete tijdsbesteding van Al Bundy. Op zijn manier een held. Vroeger deed ik weleens aan bowlen. Met mensen van de sportvereniging, of van werk. Die noemden deze edele sport altijd 'bowlingen'. Wat, als je bedenkt dat geen van mijn collega's het engels machtig was, dan wel weer een logisch woord is. Ik noem het sindsdien ook bowlingen.

Ik had het in geen jaren gedaan, totdat ik vorig jaar op een bowlingbaan belandde. Want mij jongste zwager is dol op bowlen. Zijn hoofd lijkt ook wel een beetje op een bowlingbal (<- deze uitspraak is om te testen om iemand mijn blog ooit leest, ik vermoed namelijk van niet). Het is een verleidelijk simpel spelletje. Je keilt een loodzware bal met drie gaten erin naar een stel opgezette pinguins, in de hoop dat er zoveel mogelijk doodvallen. Ik denk dat fanatieke dierenbeschermers niet van bowlen houden. Die vinden het vast zielig, dit soort surrogaat-zeehondjes-meppen. Hoe dan ook, nadat je ondanks je poging de bal in pinguin-technisch dodelijke richting te gooien, deze toch weer jammerlijk in de goot ziet belanden, heb je altijd enorm de behoefte om je handen te wassen, misschien nog wel meer dan je voeten op dat moment. Ik wel, tenminste.

Hoa dan ook, ik bowling dus, zo kun je uit bovenstaande wel opmaken, best milieu-vriendelijk. Aan mijn lijf kleeft nauwelijks pinguin-bloed.

Bowlingbanen zijn intrigerende plekken. Was het de vorige keer al zo, dat ik het idee had dat ik twintig jaar terug in de tijd ging, bij ons meeste recente bezoek aan een bowlingbaan leken het er wel dertig. Dat zit zo: die van twintig jaar geleden is failliet. Dat verbaasde me niet, want we waren er een jaar geleden al de enige betalende bezoekers. Mijn bowlingbal-gelijkende zwager hield ook ook dit jaar dit jaar nog van bowlingen, dus ter ere van zijn dertiende verjaardag togen wij ook dit jaar naar een bowlingbaan. Een hele obscure, diep verscholen in de bossen van Rijswijk. Waar je prachtige huizen hebt, dat dient gezegd, maar wel terzijde. Het enige dat nog meer uitgestorven was aan deze plek, was deze plek van binnen. Decorbouwers hadden de sfeer van -pak 'em beet- 1983 niet beter kunnen treffen. Het enige wat deed denken aan dit millenium waren de prijzen van de consumpties. De enige overige bezoekers die ik heb zien binnenkomen waren van het type matje, met bijpassende Anita; ze kwamen nog net niet op een Zundapp.

Er volgt geen puntig slot aan deze blog, want dat kan ik niet verzinnen. Laat ik volstaan met de mededeling dat ik niettemin een fijne nostalgische middag had, en goddank net geen laatste ben geworden. En dat het een apart gevoel was om vanuit een herinnering weer naar het heden te fietsen.

Geen opmerkingen: