13 april 2016

Kaas en Kaag

Gisteren keek ik naar een programma over eten. Een kaasverkoopster vertelde vol trots over haar producten. Het waren -uiteraard- allemaal bijzondere kazen. "Dit is een mooie, biologische kaas afkomstig van een klein eilandje in de Kagerplas." Dat klonk wel erg romantisch en in mijn hoofd begonnen diverse lampjes rood te knipperen.

Kaas van een klein eilandje in de Kagerplassen? Dat watergebiedje boven Leiden? En daar dan weer een klein eilandje in? Mij leek de bewering volslagen belachelijk; ik zag al een koe aan een helikopter hangen, om gedropt te worden op een eilandje van tien vierkante meter.

Maar niets is zeker in het leven, behalve dood en belastingen, zei ooit iemand. Ik zou daar 'marketing' aan willen toevoegen. Marketing is overal. En er zijn regels voor marketing. Ik definieer marketing als misleiden binnen wettelijke grenzen. In die zin lijkt marketing op belastingen; die mag je niet ontduiken, maar je kunt ze wel ontwijken, ook als dat ethisch niet kosjer is. In marketing is misleiden toegestaan, maar liegen bij wet verboden.

De vraag is dus, in welke categorie de bewering 'biologische kaas afkomstig van een klein eilandje in de Kagerplassen' valt.

Laat ik beginnen met hoe ik die zin interpreteer en daarbij meteen aantekenen dat mijn perceptie door jarenlange blootstelling aan marketing natuurlijk gekleurd is. Maar ik zie dus eilanden in de Kagerplassen voor me, waaronder een klein eilandje, met daarop een aantal blije koeien, smikkelend van allerhande grassen en inheemse kruiden, die aan hun kaas die typische smaak van een kleine eilandje in de Kagerplassen geeft. En een trotse boer met imposante baard en een knotje, die zijn koeien met de hand melkt en tussendoor samen met zijn knappe jonge vrouw vrouw lachend kaas maakt in de schuur achter de boerderij, in het gouden licht van de ondergaande zon. Ik overdrijf een klein beetje, maar dat komt omdat ik zo'n gezonde fantasie heb.

Waar het om gaat is de beeldvorming. Misschien was jouw beeldvorming minder romantisch, maar je zult waarschijnlijk willen toegeven dat ook jij er wel iets pittoresks bij dacht.

Terug naar de werkelijkheid. De verifieerbare kernpunten van de bewering moeten naar mijn mening zijn, dat de koeien op het eilandje moeten leven, en dat de kaas ook op dat eilandje gemaakt moet worden.

Dus laten we beginnen met dat eilandje. Er zijn diverse eilandjes in de Kagerplassen, waarvan mij er geen een groot genoeg leek om rendabel kaas te produceren. Dus ik zwengelde Google Maps aan.

In de Kagerplassen liggen een aantal (schier)eilanden, een stuk of tien. Niet groot, de vier grootste meten elk minder dan een vierkante kilometer. De kleinere zijn echt klein. Niettemin waren ze groter dan ik in mijn hoofd had.

Dat roept een interessante vraag op: zijn ze dan groot genoeg om ook koeien op te houden? Ik heb geen idee hoeveel vierkante meter een koe nodig heeft om te grazen, daarover later meer, eerst maar eens kijken of ik dat kan zien. En ja hoor, op Google Earth kun je op in elk geval twee van de grotere eilanden zien staan, de koeien. Je kunt ze niet horen loeien, maar ze zien er blij uit, toch? Dus dat betekent dat je 'klein eilandje' niet moet lezen als klein vergeleken met de rest van de eilanden, maar klein en gelegen in de Kagerplassen. Marketing: de bewering is niet onwaar, maar de ontvanger wordt op het verkeerde been gezet.

Op Google Earth is ook een bedrijf M. Ruiten te zien, dat Boeren-Leidse kaas maakt.

Dus technisch gezien kan de bewering naar waarheid zijn. Krijg nou wat, dat had ik niet verwacht!

Wel heb ik nog een aantal vragen die meer onderzoek behoeven.

Zo weet ik niet hoeveel ruimte een koe nodig heeft om te fourageren, maar ik ga ervan uit dat deze koeien, zoals volgens mij alle koeien in Nederland, worden bijgevoederd. Gebeurt dat met voer dat op datzelfde kleine eilandje wordt verbouwd, of is dat een of ander generiek koeienvoer? Als dat is met generiek voer, in hoeverre maakt het dan nog uit dat die koeien op dat eilandje staan? Dan slaat het 'afkomstig van' dus alleen op de kaas, niet op de melk.

En hoeveel melk heb je nodig voor kaas? Ik las ergens 10 liter voor 1 kilo. Leveren de koeien op dat eilandje dan voldoende melk (en hoeveel koeien staan er eigenlijk?), of wordt melk bijgemengd afkomstig van elders? In welk geval je je opnieuw kunt afvragen of 'afkomstig van' inderdaad alleen op de productielocatie van de kaas slaat.

Als het zo is, dat 'afkomstig van' alleen op de kaas slaat, maakt het dan uberhaupt nog uit waar de melk vandaan komt? Ik ben van mening dat je dat mag aannemen, maar het wordt niet letterlijk beweerd!

Dat is het probleem met marketing, en vooral van het feit dat we er de godganse dag mee om de oren geslagen worden: misschien is er wel echt kaas van een klein eilandje in de Kagerplassen, inclusief alle impliciete aannames die je erover doet, of die ik doe althans. Dat zou prachtig zijn. Maar als je gewend bent om belazerd te worden, ga je alles met argwaan bekijken. Champignonsoep die champignonsoep mag heten, ook al zit er nog geen halve champignon in. Een klein eilandje, maar alleen in absolute zin. Kaas afkomstig van plaats X...maar wacht, slaat dat dan ook wel op de melk? En over 'biologisch' laat ik mij wijselijk niet uit.

Uiteindelijk schiet deze geweldige marketingkreet, met zijn impliciete romantiek en superspecifieke herkomstafduiding, zich naar mijn idee toch in de voet, zelfs als hij waar is. En dat is de schuld van...marketing! Bizar, niet?