28 december 2013

Pinpas

Ik vond net bij de pinautomaat een pinpas van iemand. Dus ik denk "da's lullig voor die persoon, laat ik in elk geval even zijn of haar bank bellen." Ik stond 35 minuten in de wacht, dus ik had tijd om na te denken of dat nuttig was. Want zou zo'n bank dan moeten doen? De pas blokkeren? Dan kan elke grappenmaker wel andermans pas laten blokkeren. Daarvoor was het dus niet nuttig. Misschien had de persoon hem al zelf laten blokkeren, dan was het ook een overbodige actie.

Maar als het gewoon een verloren pas was, en die persoon komt daar pas morgen of later achter, dan zou het toch fijn zijn als de bank die persoon kan vertellen "uw pas is gevonden."? Niet dat dat praktisch veel zoden aan de dijk zet - ik zou als bank dan alsnog de pas vervangen, maar als klant is het geruststellend om te horen, me dunkt.


Toen ik na dat half uur een dame aan de lijn kreeg, en mij haar mijn vondst meldde, meldde ze mij vriendelijk maar kordaat dat ze daar niets mee kon. Niets mee mocht, zelfs. "Privacy-wetgeving verbiedt ons in de rekeninggegevens van iemand anders (dus een ander dan de pashouder zelf, AvB) te kijken."

Ik vond dat een opmerkelijke verklaring. Ik heb de gegevens van die andere pashouder al voor m'n neus, voor zover deze op de pas vermeld staan. Mij lijkt het een kleine moeite voor de bank om daar dan een aantekening bij te maken, ik hoef daar verder niets over te weten. En wat nou als mensen doodgaan? Moeten die voor hun overlijden daarvan vast melding maken?

Het opmerkelijkst nog vind ik dat deze privacy-wetgeving, die naar haar zeggen heel recent was, dus moet zijn uitgevaardigd door een regering die:
  • precies weet hoeveel op ik welke bankrekening heb staan
  • op elk moment van de dag weet waar ik ben
  • al mijn reisbewegingen volgt en die wekelijks analyseert
  • weet met wie ik bel, wanneer, hoe lang en hoe laat
  • de inhoud van al mijn mails leest
  • de inhoud van al mijn Facebook berichten kan inzien, ook die berichten die ik niet gepost heb, wanneer deze langer zijn dan 3 karakters
  • mijn medisch dossier kan inzien
  • zich het recht voorbehoudt zonder redelijke verdenking op mijn computer in te breken
  • zich het recht voorbehoudt mij zonder redelijke verdenking op elk willekeurig moment tot identificatie te verplichten
  • zich het recht voorbehoudt mij zonder redelijke verdenking op elk willekeurig moment te fouilleren
  • al die zaken die mij op dit late tijdstip niet meteen te binnen schieten
Ik vond het al met al maar curieus. Hoe dan ook, wanneer jij, J S Z Bechan, er achter komt dat je je pas kwijt bent, ik heb hem dus gevonden, en ik heb mijn best voor je gedaan.

17 december 2013

Ondersteboven

Het is bijna Kerst, dus dat is een geschikt moment om het over Pasen te hebben. En verborgen waarheden voor het voetlicht te brengen. Sommigen noemen dat wel 'complottheorien'. Dat zijn het natuurlijk niet, want het is nu een Cruciale Tijd en Venus staat in het Vierde Huis, precies zoals Nostradamus voorspelde, om een uur of elf. Ik wil het hebben over Het Laatste Avondmaal, het beroemde schilderij, of fresco eigenlijk, of eigenlijk tempera, nu ja ik dwaal af, van Leonardo Da Vinci. Vijfhonderd jaar zijn er verstreken sinds Da Vinci het maakte, in de jaren '90 van de 15e eeuw. Vele verhalen en legenden zijn ermee verbonden, boeken zijn erover volgeschreven. Maar wat ik ontdekte zag nog niemand. Ik heb een plaatje van het schilderij ingevoegd. Ik adviseer om het even rustig te bekijken, het even op je te laten inwerken.


Ja?

Okay. Bedenk nu, dat het algemeen bekend is dat als je platen van de Beatles achterstevoren afspeelt, er satanische teksten te horen zijn. En niet alleen de platen van de Beatles, wie herinnert zich niet satansgebroed Dee Snider vs. de goede, kuise Tipper Gore? Moderne beatmuziek zit vol verwijzingen naar het Beest, als je er maar ondersteboven naar luistert.

Nu je dat weet, wil ik het volgende voorleggen. Da Vinci staat alom bekend als een enigmatisch genie, dat niet alleen rechts maar ook links was. In deze tijd van Polarisatie is dat al een veeg teken. Ik wil je vragen om het schilderij nu nog eens te bekijken, maar dan achterstevoren. In spiegelbeeld mag ook. Wat zie je dan? Nou? Jij ziet het toch ook?

Het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci is, wanneer je het achterstevoren bekijkt, eigenlijk een voorstelling van het Eerste Ontbijt!

Ik voorzie dan ook een radicale herziening van het Lijdensverhaal. Eentje waarin recht gedaan wordt aan de echte Jezus. Die worstelde met het concept ruimte-tijd en de 'Grandfather Paradox'. Want zijn opa heeft hij nooit gekend. Die bestond niet. Dat weten wij wel, maar Hij niet. Stel je eens voor hoe dat voor hem geweest moet zijn. Geboren uit een maagd, die helemaal geen maagd was, maar die gewoon geen erfzonde had geerfd. Wees eerlijk, weet jij wat erfzonde is? Ik niet. Volgens mij is het over iemands gazon lopen zonder recht van overpad. En z'n pa, een eenvoudige ambachtsman, die niet zijn echte vader was, maar die hem wel verwekt had. Zelfs voor Surinamers is dat verwarrend, denk ik. En z'n echte vader was dus nooit thuis. Echt, nooit.

Voor mij is Het Eerste Ontbijt van Leonardo Da Vinci dan ook een werk waar ik hoop en inspiratie uit put. Waarin Jezus, met al zijn shit, gewoon met frisse moed, zijn matties en z'n bitch een bammetje eet in het oude, mooie Jerusalem.

11 december 2013

Teen

Teennagels, altijd een boeiend onderwerp. De mijne waren te lang, vooral die van mijn grote teen. Niet erg, totdat je op een teennagel na een traptree mist, terwijl je je handen vol hebt met wat je vrouw bij Wehkamp bestelde. Wat er dan onder je sok vandaan komt, misstaat niet in de betere horrorfilm. Een bloederige stomp waarop, als was de teen een dessert met kersensaus uit de beste school, een leerling-kok lukraak een tuile heeft laten vallen. Je huivert even bewonderend, maar je pakt hem toch voorzichtig tussen duim en wijsvinger.

Zit hij nog vast? Zit hij niet vast? Ik had geluk, ik hoefde slechts weinig kracht te zetten, en het halvemaantje kwam los. Terwijl ik bepaald liefdeloos deze vrucht van mijn lichaam, dit uitgroeisel van wie ik ben, in de prullenbak mikte, mijmerde ik over hoe het zover kon komen. En bedacht mij, dat het wel een vrouw moest zijn. Een vrouw, onvoldoende vergroeid met de intimiteit van mijn lichaam. Welke ware vrouw, tenslotte, heeft er bezwaar tegen dat je niet alleen je vinger-, maar ook je teennagels bijt? De mijne. Die vindt, dat het een onprettig geluid maakt. Zo kon het dat ik, minuten slechts nadat ik een deel van mijzelf bij het vuil gooide, ik mij existentiele vragen over de liefde en het leven stelde. Terwijl ik het bloeden stelpte met keukenpapier, raasden twijfels door mijn hoofd. Onze relatie werd uiteindelijk gered; ik bedacht me dat ik tegenwoordig ook zo lenig niet meer ben.