14 september 2009

Eten

Eén van mijn heimelijke wensen is om in mijn levensonderhoud te voorzien met schrijven. Het liefst het schrijven van restaurant-recensies. Ik weet niet eens of dat wel een full-time baan is. Maar een mens moet dromen, nietwaar? Wanneer ik een krant onder ogen krijg, wat in het geval van de Volkskrant een alledaagse gebeurtenis is, lees ik bijna altijd wel de culinaire rubriek, in mijn geval in het bijzonder die op zaterdag, wanneer er een restaurant wordt besproken.

Er zijn zelfs mensen, niet eens sterrenkoks, maar gewoon gedreven liefhebbers, die van het schrijven over eten, al dan niet zelf bereid, hun beroep hebben weten te maken. Machtig gaaf.

Enkele maanden geleden stond er in de Volkskrant een interview met twee van zulke mensen, waaronder de vrouw die KokenMetKarin runt. Dat sprak mij aan, omdat ik deze Karin via-via ken, en haar in een grijs, qua internet, verleden weleens technische tips aangaande internet-verwante onderwerpen aan de hand heb gedaan. Een complete nitwit dus, die, internet-gewijs dan, toch zo'n succesvolle blog heeft, zo succesvol dat ze ervan kan bestaan. Dat is wel mooi. Het toont ook fraai aan hoe internet en het gebruik ervan in de loop der jaren is geëvolueerd, van een speelveld voor nerds als ik, tot het massa-communicatie instrument dat het nu is.

Het toont ook iets anders aan: dat slim gebruik van internet begint met het kennen, 'IRL' (in-real-life), van de juiste mensen. Die je op weg helpen met techniek, maar ook: die je schrijfsels oppikken. Die de link verspreiden. Natuurlijk, er zijn talloze manieren om reclame te maken voor je schrijfsels, om hoger in de Google 'page-ranking' te eindigen, enzovoorts. Maar mijn hypothese, en verbeter me als ik het fout heb, is toch dat alles begint met de juiste paar 'zaden': Die mensen die je promoten. Dat hoop ik tenminste; het kan ook best zijn dat ik, omdat ik uit het pré-internet tijdperk stam, een te hoge waarde toe ken aan de menselijke factor.

Het moge duidelijk zijn dat dit stukje ook een beetje uit nijd, zij het een schuldbewust nijd, is geboren. Ik blog me bij tijd en wijlen suf, maar er is niemand die 'mij' leest. Deels komt dat door eigen schuld: ik doe niets aan promotie, en -eerlijk is eerlijk- ik schrijf ook zelden iets dat voor anderen interessant is. Ik heb geen 'thema'. Bovendien houd ik mijn identiteit en locatie bewust vaag. Bekendheid was ook nooit het doel; ik vind het vooral leuk om af en toe iets voor me uit te schrijven, zoals nu. Op het moment dat je bekendheid krijgt, krijg je te maken met verwachtingen. Dat is een niet te onderschatten fenomeen; er is zelfs al een soort van semi-formeel woord voor: blog-stress. Wat zoiets is als de ziekelijke behoefte om altijd de eerste te zijn om iets naar buiten te brengen. Diverse bekende bloggers hebben zich al onder die druk het leven benomen. Geen grapje.

Een 'echte' blogger lardeert dit stukje natuurlijk met relevante links, om te staven wat hij zojuist beweerde. Maar daar krijg je maar 'blog-stress' van, dus dat doe ik lekker niet. Ik kies lekker de gemakkelijkste weg. Zei er iemand: 'maar dan moet je ook niet zeuren?' Dan geef ik deze persoon meteen gelijk.

Om terug te keren naar het culinaire onderwerp: wat aten wij vandaag? Nu wel, vandaag hadden wij hoog bezoek, namelijk van mijn moeder. Die zet je geen geen pasta-prut voor, hoe lekker je die ook kunt maken.

Vandaag aten we dus iets anders, iets wat niet te hoogdravend was, maar wel smakelijk:

-Gemarineerde vis uit de oven
-Opgeleukte diepvriespinazie
-Ovengebakken friet van cassave (tx@schoonmoeder)
-Rauwe witlofsalade

Ik zit nu toch te typen, dus meteen maar het volledige recept. Hoeveelheden zijn op de gok, ik gebruik noch bezit hulpmiddelen dienaangaande.

Voor 3-4 personen. Voorbereidingstijd: 10 minuten. Bereidingstijd: 20 minuten.

Verwarm de oven tot 225C

Rooster wat pijnboompitten.

marinade voor de vis:
2 eetlepels Thaise vissaus van de Oosterse toko (of de supermarkt)
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel olijfolie
1 theelepel sambal, ik vind zelf extra hete Badjak lekker
1 teen geperste knoflook

Vis:
elke witvis is prima, ik gebruikte pangasius, 3 filets. Wel ff ontdooien.

Snipper een halve ui en gooi in een ovenschaal. Doe helft van marinade eroverheen. Drapeer de vis erover, en smeer de rest van de marinade over de vis uit. Dek schaal af met alufolie.

Friet:
Cassavefrites verwerk je net als ovenfites, ideaal. Geen idee waar je ze koopt, ze waren een gift. Ik neem aan de Surinaamse toko. Gooi ze op een ovenplaat en klaar. Frituren kan ook.

Zet de visschotel en cassavefrites in de oven, allebei 20 minuten. De cassavefrites 1x omdraaien na ong. 10 minuten.

Spinazie:
Verwijder het karton. Doe de bevroren (blad)spinazie à 400 gram in een pan op halfhoog vuur. Tegen de tijd dat hij ongeveer ontdooid is (en waarin je tafel kunt dekken en witlof kunt snijden) voeg je toe: een klein blikje tomatenpuree (zonder blik), 1 bouillonblokje, wat geroosterde pijnboompitten, een handvol rozijnen, een theelepel honing, paar takjes gesneden verse koriander, peper en zout naar smaak, een spriets citroen- of limoensap uit handig plastic flesje. Verse mag ook, ik zou zeggen een halve citroen/limoen. Er was nog een halve ui over, dus doe eens gek en snipper die er doorheen, kan jou het schelen? Laat kort op laag vuur doorgaren zodat de smaken mengen. (Verse spinazie is natuurlijk lekkerder, maar tegenwoordig is dat onverkrijgbaar/onbetaalbaar.)

Witlofsalade:
Snijd 1 grote stronk (of 2 kleintjes) witlof fijn, gooi de andere helft van de geroosterde pijnboompitten erbij (walnoten zijn ook lekker), snij een halve appel in kleine stukjes, meng door elkaar en breng op smaak met wat limoensap en/of wijnazijn, evt. wat peper.

Tegen de tijd dat je klaar bent met de spinazie en salade zijn ook de vis en de frites klaar. Serveer met liefde en ega, die omdat ze niet kookte, wel de afwas doet.

Easy does it.

Geen opmerkingen: