10 oktober 2015

Kamer

In het kader van '200 jaar koninkrijk' was ik vandaag op het Binnenhof. Daar beleefde ik allerlei avonturen maar daar wil ik het hier niet over hebben. Ik wil het hebben over de Tweede Kamer zoals de mensen hem kennen van televisie: een halfronde ruimte waar politici ruziën over vaak onbenullige zaken. En ik doe een voorstel over hoe die beter kan.


In de vergaderzaal van de Tweede Kamer, want daar gaat het eigenlijk over, kun je amper naar buiten kijken. En dan zie je nog niets. Het is er bedompt en er hangen furieus makende rode 'kunstwerken' aan de muur - je kent ze wel van televisie en anders staat hierboven een plaatje. In het echt word je, nou ja, werd ik, er agressief van. 4 metershoge panelen van kolkende woede. Ik denk dat de ontwerper zoiets had van 'dat houdt de mensen wakker'.

Wat ik me nu afvraag is, of het zou helpen om
a) die afschuwelijke kunstwerken te vervangen door iets meer rustgevends, en
b) er een paar ramen in te maken (architectonisch kan dat nu niet, maar dat even terzijde).

De politiek wordt vaak verweten geen binding te hebben met de maatschappij. Ik laat in het midden of dat terecht is. Wel stel ik me zo voor dat, als je in een muffe ruimte zit, opgehitst door lelijke kunstwerken en inhoudsloze fluimen van schuimbekkende populisten en je enige verbinding naar buiten is je telefoon of tablet -sociale media, whatsapp en e-mail-, je niet vrolijk wordt. Precies het beeld dat ik nu heb over wat er in de Tweede Kamer aan de orde is: verongelijkte mensen die voor de camera spoeddebatjes hebben over onbenulligheden die op dat moment de media beheersen, waarin je lekker kunt jijbakken en elkaar vliegen kunt afvangen.

Dat is -in elk geval qua locatie- een enorm gechargeerd beeld, want als Tweede Kamerlid breng je maar een zeer beperkt deel van je tijd in die zaal door. Maar wel op alle moment die er toe doen: als er debatten en stemmingen zijn.

Daarom zou ik, als ik een dergelijk zaal zou ontwerpen, deze meer open zijn. Met ramen. Die open kunnen. Zodat je kunt vragen 'Voorzitter, een punt van orde: mag er een raampje open?" Gewoon, als mensen onder elkaar. Zoals dat in de Trèveszaal kan. Die is fantastisch. Aan de Hofvijver ook, dus geen shit met veiligheid tenzij je met duikuitrusting of boot en een ladder komt. Te klein voor 150 man, helaas, maar als vergaderzaal oneindig prettiger.

Ik heb een zaal voor ogen waarin je de maatschappij aan je voorbij ziet gaan terwijl je beslissingen neemt die die maatschappij aangaan. Terwijl je de kou voelt, of de hitte. Terwijl je trams hoort en ziet rijden. Mensen hoort roezemoezen. Bomen van kleur ziet veranderen. Vogels hoort fluiten. IJzel hoort kraken. Op dagen de mest ruikt van boeren. Waarin je het leven van anderen waarop jij invloed hebt kunt zien, kunt horen en kunt ruiken.

En geen abstracte interpretaties van Dante's Inferno aan de muur, maar gewoon iets fris; impressionistische waterpartijen of zo. Of portretten van voorgangers, of historische landschaps- en stadsgezichten. (Zonder Zwarte Pieten, Slaven of Andere Negers, dat spreekt.)

Geen 'anger room' zoals nu, maar een ruimte die geen aanleiding geeft tot agitatie. Een ruimte waarin je inspiratie een kans geeft. Waarin je ter plekke tot het besef zou kunnen komen dat jouw plan eigenlijk best wel onzin is. Of juist heel goed.

Ik ben een onverbeterlijke romanticus. Zucht.

Geen opmerkingen: