17 augustus 2008

Ponnies

Dit weekend was ik in Ponypark Slagharen. Ik zou de flauwe woordgrap Koeliepark Slagharen kunnen maken, maar dat zou niet politiek correct zijn. En ik ben heel politiek correct. Het zou wel terecht zijn, er waren er verdorie plenty van. Van koelies. Ik heb het hele park afgestruind, maar geen ene ponnie te bekennen verder. En ik had me er nog zo op verheugd.

Daags voordat wij naar Slagharen togen keken mijn wederhelft (over wier afkomst ik me niet uitspreek) en ik de 'Keuringsdienst van waarden'. Een van mijn favoriete TV-programma's. Daarin belde een ongeveer 13-jarig, dus paardenminnend, meisje met Beckers, fabrikant van fricandellen. Op de verpakking van Beckers fricandellen staan naar voorgeschreven Europees regel de ingredienten vermeld: 36% paardenvlees. 'Zit er paardenvlees in uw fricandellen?', vroeg paardenmeisje. "Nee hoor, in onze fricandellen zit geen paardenvlees.", zei de Beckers-telefoon-mevrouw gedecideerd. Dat was de scene, enkel nog een onderkoeld commentaar - geen hijgerige RTL 'wat-worden-we-genaaid!' voice-over. Prachtige televisie. Mooi programma.

Hoe dan ook, Slagharen dus. Spannend is het er niet. Het schijnt officieel 'Attractiepark Slagharen' te heten. 'Attracties' als in 'enerverende ervaringen' biedt het niet. Maar dat betekent attractie ook niet, althans niet letterlijk. Attractie betekent 'aantrekking'. Ook dat biedt Attractiepark Slagharen niet. Dat is wel een beetje jammer voor ze. Op de keper beschouwd zijn ze een mislukt Western-themapark verdwaald op een verkeerd continent. Mislukt omdat het Western-thema halfslachtig is uitgewerkt. Ik bedoel, een als Guus Meeuwis verklede kangaroe, of andersom, in een Disneyland treintje, rijdend door een Western straat, zonder pony's, laat staan paarden, die eindigt bij de Piratenboot? Mislukt ook, omdat Nederland tot Europa behoort, en het, ondanks dat Jan-Peter of overige coalitieleden het liefst Sjors Boes bevredigen, hier geen Texas is waar blanken met hoeden onaangedaan door de woestijn banjeren en indianen doodschieten. Ugh! Ik aanschouwde dit alles vanuit het reuzenrad, van waaruit ik, niet voor het eerst en niet voor het laatst, enthousiast terugzwaaide naar die arme park-employees, en kon niet tot een beslissing komen wat er nou van te vinden.

Ik ben natuurlijk ten eerste verwend, en ten tweede geen kind meer, in elk geval niet fysiek. Vanuit het verwend oogpunt kan je de kritiek hebben dat de achtbaan suf is, en de vrij val een lachertje, en de getver-ik-ga-zowat-over-mijn-nek-boot achterhaald. Vanuit het tweede oogpunt kan ik dan weer melden dat het 'relaxt' en reuze geinig is om in een kabelbaan in slakkengang over een meute mensen heen te bungelen.

Charmante oubolligheid, dat gevoel kreeg ik. Dat is iets anders dan nostalgie. Nostalgie impliceert een zekere weemoed. Dat voelde ik niet. Het is als met het portugese begrip 'saudade', maar dan anders. U weet wel, van die gezwollen over-emotionele, meest te jonge zingerinnen, die het leed van de wereld op zich lijken te dragen en erover zingen onder begeleiding van dramatische gitaarklanken. Wanneer een Hollander, of Hollandse, het doet, dan zeggen mensen: "doe 's ff normaal", maar van andere culturen vinden we het prachtig. Nu wel, 'saudade' wordt wel omschreven als 'heimwee naar dingen die nog moeten komen'. Wat ik voelde was meer een heimwee naar dingen die ik niet meegemaakt heb. Het idee te zijn terechtgekomen in een tijd waarin de dingen simpeler waren, waarin je nog thuisbleef voor je favoriete voedseldropping, of TV- of radioprogramma, als je daarover al beschikte. De tijd van de eerste maanlanding. De tijd van de eerste telegraafverbinding over de oceaan. De tijd dat ongeschoren mannen nog op ponnies jaagden, en op mammoeten en dinosauriers!

Attractiepark Slagharen. Later als ik groot ben denk ik er vast nog eens met weemoed aan terug; aan de tijd die ik er niet had toen ik er was, aan de tijd die ik er wel had toen ik er niet was, aan de tijd waarin ik er wel was, met wie er toen ook bij was, die er toen ook was, toen ik er nog niet was, maar met wie ik er toen best wel had willen zijn, en met wie ik er ook in de toekomst wil zijn. Ik stel voor dat uit deze woordenbrij, die weliswaar grammaticaal verantwoord maar weinig uitnodigend is, een tekstschrijver een gevoelige songtekst brouwt. Als dat quasi-intelluele zwakzinnige lied door Marco Calzone of Zeentje Smit tot een mega-hit gekweeld wordt, dan hebben ze ook in de monorail van Ponniepark Slagharen weer een uitvlucht voor alle ponnies die zijn weggehold. Een win-win situatie, lijkt me.

Geen opmerkingen: