
God, wat had ik me aan het ventje geërgerd. 'Luca', zo hoorde ik zijn moeder zeggen. Luca mocht met zijn kleine kutkarretje alvast bij de snoepafdeling kijken. En dat deed Luca, vol overgave. Terwijl zijn moeder, achter in de dertig, bakfiets, tweeverdiener, naar de quinoa zocht, baande Luca zich een weg door de zaterdagse drukte. Tegen mijn schenen. Niet één keer, niet twee keer, nee, het ettertje bleef maar tegen me opbeuken.
Op dat moment viel een langgevoeld verlangen samen met actie. 'De wereld is hard, Luca', dacht ik. 'Je zit vast op zo'n misselijkmakend veilig kinderdagverblijf, met desinfecterende zeepjes, die heel milieubewust zijn, en alleen maar vrouwen want pedo's hè. Maar het leven is een vuil spel, jochie. Je mama stemt GroenLinks, voert je van dat gezonde eten. Ze doet je zometeen een helmpje op. Maar nu heb je geen helmpje op, hè Luca?'
En ik haalde uit. Niet met mijn vuist, het bleef een kind. Gewoon, met vlakke hand, 'Klets!' tegen dat inhalige smoeltje. Heerlijk. 'Welcome to the real world, kid.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten