11 december 2013

Teen

Teennagels, altijd een boeiend onderwerp. De mijne waren te lang, vooral die van mijn grote teen. Niet erg, totdat je op een teennagel na een traptree mist, terwijl je je handen vol hebt met wat je vrouw bij Wehkamp bestelde. Wat er dan onder je sok vandaan komt, misstaat niet in de betere horrorfilm. Een bloederige stomp waarop, als was de teen een dessert met kersensaus uit de beste school, een leerling-kok lukraak een tuile heeft laten vallen. Je huivert even bewonderend, maar je pakt hem toch voorzichtig tussen duim en wijsvinger.

Zit hij nog vast? Zit hij niet vast? Ik had geluk, ik hoefde slechts weinig kracht te zetten, en het halvemaantje kwam los. Terwijl ik bepaald liefdeloos deze vrucht van mijn lichaam, dit uitgroeisel van wie ik ben, in de prullenbak mikte, mijmerde ik over hoe het zover kon komen. En bedacht mij, dat het wel een vrouw moest zijn. Een vrouw, onvoldoende vergroeid met de intimiteit van mijn lichaam. Welke ware vrouw, tenslotte, heeft er bezwaar tegen dat je niet alleen je vinger-, maar ook je teennagels bijt? De mijne. Die vindt, dat het een onprettig geluid maakt. Zo kon het dat ik, minuten slechts nadat ik een deel van mijzelf bij het vuil gooide, ik mij existentiele vragen over de liefde en het leven stelde. Terwijl ik het bloeden stelpte met keukenpapier, raasden twijfels door mijn hoofd. Onze relatie werd uiteindelijk gered; ik bedacht me dat ik tegenwoordig ook zo lenig niet meer ben.

Geen opmerkingen: