13 maart 2008

Dikkie Dik en de pers.

Dikkie Dik mag vandaag naar buiten. Het is een mooie dag. Dikkie Dik loopt door de tuin naar het hek. Op straat ziet hij mensenkinderen hinkelen en knikkeren. Aan de overkant ziet Dikkie Dik Naima. Naima is een meisjespoes. Ze woont bij de mensen aan de overkant. Naima is een mooie poes. 'Dag Naima', zwaait Dikkie Dik. 'Dag Dikkie Dik', zwaait Naima verlegen terug.

Dikkie Dik ziet dat een andere poes komt aangelopen. Dikkie Dik heeft hem wel eens eerder gezien. Hij woont in hetzelfde huis als Naima. 'Hallo', zegt Dikkie Dik. 'Hoi', zegt de andere poes. 'Ik heet Dikkie Dik', zegt Dikkie Dik. 'Ik heet Tarek', zegt de andere poes. 'Zullen we spelen?', vraagt Dikkie Dik. Tarek wil best met Dikkie Dik spelen. Dikkie Dik klimt door het hek. Eerst spelen ze tikkertje. Maar het is best warm buiten. Dikkie Dik heeft er al snel genoeg van. 'Zullen we verstoppertje doen?', vraagt Dikkie Dik aan Tarek. Maar dat wil Tarek niet.

Dikkie Dik en Tarek lopen over de straat. 'Wat ben jij voor poes?', vraagt Dikkie Dik. 'Ik ben een Pers,' zegt Tarek. 'Oh', zegt Dikkie Dik. Dikkie Dik heeft nog nooit een poes gezien die Pers is. 'Wat is dat, een pers?', vraagt Dikkie Dik aan Tarek. Tarek zegt: 'Als je een pers bent, dan weet je alles.' Dikkie Dik kijkt ervan op. 'Jee,' denkt Dikkie Dik, 'ik wou dat ik alles wist.' Die Tarek moet wel een slimme poes zijn.

'Ja,' zegt Tarek, 'als je een pers bent dan weet je altijd precies wat je moet doen. En dat kan niet veranderen. En je moeder is een poer!' Dikkie Dik schrikt er een beetje van. 'Wat is dat?' vraagt Dikkie Dik aan Tarek. 'Dat is een poes die met andere poezen gaat', zegt Tarek. Dikkie Dik is helemaal in de war. Hij snapt niet wat Tarek bedoelt. De moeder van Dikkie Dik sliep vaak in de mand van de rode poes van de buren. Soms ging Dikkie Dik erbij liggen. Dan deden ze allemaal een dutje. Het was altijd reuze gezellig. 'En je zus is ook een poer!' zegt Tarek ineens. Nu begrijpt Dikkie Dik er niets meer van. De zus van Dikkie Dik is nog maar een kleine poes. Dikkie Dik is al veel te groot om met zijn kleine zus te spelen. Het zusje van Dikkie Dik speelt altijd met de poezen van verderop. Die zijn een tweeling. Ze lijken precies op elkaar. Ze zijn broertjes, en ze hebben allebei een witte neus en een grijze vacht.

Dikkie Dik en Tarek zijn nu bijna aan de overkant. Naima speelt met de pluisjes van een paardebloem. Ze ziet Dikkie Dik en Tarek niet eens aankomen, zo druk is ze aan het spelen. Dikkie Dik kijkt naar Naima. Hij denkt: 'met haar zou ik ook weleens willen spelen.' Maar Naima loopt altijd weg als Dikkie Dik dichterbij komt. 'Hallo, Naima!', zegt Dikkie Dik blij. Naima kijkt op. 'Oh, hallo Dikkie Dik', zegt Naima terug. Maar ze kijkt een beetje bang.

'PGGSSSST!', blaast Tarek opeens. En hij rent op Naima af. En hij krabt en bijt Naima, en hij blaast, en hij mauwt. Dikkie Dik snapt er niets van. 'Tarek, wat doe je nu?', roept hij verschrikt. Maar Tarek hoort hem niet. Met zijn nageltjes krabt hij aan de neus en de oren van Naima. En hij bijt in haar pootjes. 'Auw auw auw,' gilt Naima en ze rent gauw naar binnen.

Dikkie Dik zit beduusd in het gras. Tarek zit naast de paardebloem. Hij kijkt trots om zich heen. 'Zo hoort het', zegt Tarek boos. En hij loopt naar Dikkie Dik toe. 'Zullen we nu een ander spelletje doen?', vraagt Tarek aan Dikkie Dik. Maar Dikkie Dik wil niet meer met Tarek spelen. 'Dag Tarek', zegt Dikkie Dik zacht. En Dikkie Dik loopt gauw naar huis.

Dag Dikkie Dik, tot de volgende keer.

Geen opmerkingen: